DE GENEEALE STAF.
Onder meer andere goede tijdingen, welke de Indische begrooting
van 1874 voor het leger medebracht, behoort ook de organisatie
van eenen werkelijken generalen staf; eene organisatie, waarop zoo
lang en zoo herhaaldelijk door bevoegde personen was aangedrongen.
Bij de vaststelling der organisatie heeft men echter in Nederland
zoo zeer op oorspronkelijke voorstellen (van den Generaal Kroesen)
besnoeid, dat met recht de vrees gekoesterd mag worden, dat, op
dien voetde staf niet zal kunnen voldoen aan de hooge eischen, die
men hem bij het Indisch leger stellen moet.
Na de ondervinding, in den oorlog tegen Atjeh opgedaan, mag
het groote nut van een goed ingerichten staf niet langer betwijfeld
worden. Het eerstewat men deed na de mislukking van de expeditie
in April 187-3, was de oprichting van een //bureau voor de krijgstoe
rustingen op Sumatra"; een vermomd stafbureau, dat in vele op
zichten het wélslagen der 2e expeditie heeft voorbereid.
Wij meenen daarom verplicht te zijn, te wijzen op de grove ge
breken, welke naar onze meening de inrichting van den generalen
staf aankleven. Wij doen dit niet uit bedilzucht, of om af te keuren
wat in Nederland, tegen de Indische voorstellen in, werd vastgesteld
integendeel, het Indische leger heeft dit jaar, in tegenstelling met
vroegere jaren, te veel reden tot erkentelijkheid jegens de wetgevende
macht, en jegens den Minister van Koloniën, dan dat wij zouden
willen trachtenhunne handelingen in het oog van het leger te ver
kleinen.
Maar eene onpartijdige belangstelling in alles wat het leger betreft,
13