289 wat met die voor de verschillende graden vrij aanzienlijke uitkeerin- gen in eens gedaan wordt. De Europeanen brengen dat geld natuur lijk voor verreweg het grootste gedeelte te zoek in de kantines, en stellen zich daardoor al zeer licht bloot aan bestraffing wegens mis bruik van sterken drank of dronkenschap, terwijl voor zeer velen der Inl. militairen de aanwezigheid van een amfioenkit eene te groote verleiding is, om niet dat geld aan het gebruik van dat koste lijke heulsap op te offeren, waarvan natuurlijk eene vermindering van hunne lichamelijke en zedelijke krachten het gevolg is. Nog grooter zal dat gevaar voor beide partijen worden, indien de verpleging langer geduurd heeft en dus de uitbetaling grooter wordt. Behalve echter het gevaar, dat voor den man zelf uit ëene lang durige verpleging in eene ziekenzaal voortvloeit, moeten ook nog andere personen dientengevolge lijden. Hierover wenschte ik in de tweede plaats te spreken. Een van de eerste gevolgen van de A. O. omtrent de ziekenzalen is, dat door de malengers en simulanten de ziekenzaal niet meer als eene plaats wordt beschouwd, die hun, door inhouding van tractement, tot direct geldelijk nadeel kan strekken. Zij zien er dus volstrekt niet tegen opzich wegens kleine gebreken of voorgewende ziek ten te laten opnemen, daar zij, behalve het dolce far niente gedu rende de verpleging, ten laatste nog eene aanzienlijke som gelds in hauden krijgen. Daardoor onttrekken zich velen aan den dienst, die, ik ben er zeker vanbij een hospitaal niet zoo spoedig hiertoe zouden overgaan, en worden zij alzoo tot directen last van hunne kameraden, wier diensten daardoor weer vermeerderd worden, hetwelk vooral voor kleine posten van veel gewicht is. Maar ook de behandelende geneesheer verliest bij dergelijke onwil lige sujetten een gedeelte van zijne macht, die, geloof mij gerust, waarde lezer, vooral tegenover de mindere Inl. militairen daarin be staat dat hij hun gedurende korteren of langeren tijd het tracte ment onthoudt. Het opnemen in de ziekenzalen echter is voor velen hunner het streven hunner handelingen. Waarom dan die sujetten in de zie kenzalen opgenomenvraagt gij Het antwoord hierop is vrij ge makkelijk en grondt zich hoofdzakelijk op de waarheiddie ieder geneesheer moet beamendat de geneeskundjge betrekkelijk zeer wei nig vermag tegenover simulanten en aggravanten, die hunnen rol hebben bestudeerd en deze ook volhouden. En die machteloosheid is om de boven opgenoemde reden het grootste bij de ziekenzalen. 13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 296