voornaam punt te verbeteren door daarin ook een generalen staf op te nemen, een bestanddeel, dat tot dus ver bij het Indische leger werd gemist, ook zelfs vóór de intrekking in 1869 van dentoenma- ligen zoogenaamde» generalen staf, welke inderdaad niets anders was dan een administratief bureau bij het Departement van Oorlog. Ten gevolge eener in 1872 vastgestelde nieuwe tijdelijke formatie van het garnizoensbataillon in de residentie Zuider- en Ooster-afdee- ling van Borneo werden aldaar ingetrokken de bezettingen te Pelarang en te Tabanio. Overigens had in genoemd jaar geene reorganisatie van garnizoenen plaats, welke van invloed was op de legerformatie. Op Billiton werd het garnizoen te Sidjoek ingetrokken en op Celebes de tijdelijke bezetting van Bikeroe, terwijl het garnizoen te Ternate verminderd werd door intrekking van het detachement artillerie, dat naar Java overging. Daarentegen werden in 't gouverne ment van Celebes op twee plaatsen tijdelijke bezettingen gelegd, namelijk te Pankadjene en te Balangnipa. In 't laatst van 1872 maakte het een punt van overweging uit, in hoever de mogelijkheid zou bestaan om zoowel op Java als op de Bui tenbezittingen het aantal militaire posten op nieuw te verminderen, ten einde door het bijeenbrengen der op die wijze beschikbaar komende troepenmacht, op zeer weinig kostbare wijze de oprichting van een nieuw veldbataillon mogelijk te maken. Op enkele posten ware dan in het te ontstane gemis aan militaire macht door vestiging of uitbrei ding van detachementen pradjoerits te voorzien. Dienovereenkomstig zijn in het eerste semester van 1873 voorstelleu ontvangen (welke sedert door het opperbestuur zijn goedgekeurd) tot oprichting van een 18de veldbataillon infanterie op Java, bestaande uit twee Europesche en vier iulandsche kompagnien ter sterkte als de overige veldbatail- lons, tegen vermindering van het personeel van den gewestelijken staf en van het garnizoens-bataillon in de Wester-afdeeling van Borneo (door inkrimping van garnizoenen aldaar en geheele opheffing van dat te Montrado) en tegen intrekking: a. op Java van de militaire be zettingen te Pandeglang, Tjiringin en Rangkas-Betong in Bantam, te Pa- limanang in Cheribon, te Tomo in de Preanger-regentschappen, te Wono- sobo in Bagelen, te Magelang in Kadoe, zoomede te Bezoeki, Probolinggo en Kediri in de residentien van die namen; b. op Madura van de mi litaire bezetting te Sumanap, en c. in het militair kommando der Mo- luksche eilanden, van de kleine militaire posten Waijer en Rozengain Te Probolinggo en Kediri zouden, als gevolg der intrekking van het garnizoen, detachementen pradjoerits moeten worden opgericht, terwijl 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 29