294 Hougoumont bij Waterloo en vele andere dergelijke -wapenfeiten, voorafgaande aan den strijd om den Geissberg, hadden reeds geleerd dat menmet geweren alleenniet tegen muren kan strijden. Hier uit kan men zien, dat het zijn nut heeft, de détails van vroegere oorlogen nauwkeurig te bestudeeren. Een nieuw springmiddel. De Millaansche bladen deelden onlangs mede, dat een nieuw springmiddel was samengestelddoor de uit vinders Eulminalina genoemd. Het schijnt, evenals dynamiet, uit nitroglycerine met een bindmiddel te bestaan; welk dat bindmiddel (kiezelzuur bij het dynamiet) is, is nog onbekend. Men beschouwt de fulminalina als een nieuwe schrede in den vooruitgang, door dy namiet veroorzaakt. De generaal Uhrich.— Men las, eenigen tijd geleden, in het Pa- rijsche dagblad le Temps: //Het pensioen van den generaal Ullrich is dezer dagen vastgesteld geworden op negen duizend franken. Het is nu de oogenblik om een laatste woord te zeggen over dezen krijgsman, wiens fortuin zeer afwisselend geweest is en die op het punt staat tot de geschiedenis te beaooren. De generaal Uhrich heeft beurtelings doorgegaan voor een' held van Plutarchus en voor een der ongelukkigsten onder de onbekwamen van den veldtocht van 1870. Zijn naam versiert eene der straten van Parijsen een krijgsraad heeft een' vrij harden blaam op zijn gedrag gelegd. Hij heeft het eereburgerschap van Straats burg verworveneu nog heden teekenen vele Straatsburgers in open bare geschriften, met hunnen naam gestempeldverzet aan tegen deze gunst, die zij onverdiend achten. Eigenlijk verdiende de generaal Uhrich noch die overmaat van eer noch die onwaardige bejegening. Zijne eigene geschiedenis is in het kort de geschiedenis van dien droevigen oorlog van 1870. In den aanvang eene buitensporige geestdrift, gevolgd van grenzenlooze moedeloosheid. De lofspraak is slechts geëvenaard geworden door de Eene vrouw van hoofd en hart, met wie ik eens reisde tusschen Straatsburg en Metz en die het beleg van eerstgenoemde stad had doorgestaan, antwoordde mij op de vraag, hoe zij over den generaal Uhrich dacht, met een schouderophalenVse bonne vieille femme. R.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 301