299
de laatste worsteling volhield, hebben de Duitscherszich ongetwijfeld
afgevraagd, wat men kon verwachten van zulk een volk, zoo het
immer goed bestuurdgoed aangevoerdgoed gewapendweder in
het strijdperk verscheen. Die nationale verdediging, die lage harts
tochten trachten te bezoedelen, vindt hare schoonste verheerlijking
in de vrees, die zij in het hart onzer vijanden heeft achtergelaten.
De stervende leeuw boezemde nog rondom zich schrik in. De prak
tische geest der Duitschers heeft dan ook geen oogeïiblik laten ver
loren gaan om het legerop een nog hechteren grondslag dan in het
verleden, weder op te bouwen. In alle takken van den dienst wordt
algemeen verbetering van het oorlogsgereedschap voortgezet. //Deze
taak", zegt het Pruisische orgaan//is thans zoo goed vervulddat
de troepen, van alles voorzien, gereed zijn op te rukken op het eerste
signaal der trompet."
Het Dreyse-geweer, dat den veldtocht in Frankrijk gemaakt heeft,
is onvoldoende bevonden geworden. De vergelijking daarvan met
onzen Chassepot waarvan men, helaas, te veel exemplaren in handen
had heeft eenige gebreken doen uitkomen, waarin het dringend
noodig scheen te voorzien. Voornamelijk kwam het er op aan, het
gebrek in de juistheid van het schot te verhelpenvoortvloeiende uit
de wijze, waarop dit geweer wordt aangelegd. De vrucht der onder
zoekingen is geweest het geweer nmoclel 1871", dat veel voortreffe
lijker schijnt dan het oude wapen. Men heeft het, wel is waar, nog
slechts in handen gegeven aan het 1° regiment van de garde, maar
men werkt zeer ijverig aan de vervaardiging. In afwachting van
een1 behoorlijken voorraad heeft men al de troepen van den Bond
voorzien van het veranderde geweer (model 1862)dat //ondanks
zijne gebreken" zegt het militaire blad //altijd beter zal zijn
dan alle geweren, waartegenover men zich in de eerste tijden zal
kunnen bevinden."
Wat de artillerie betreft, men kent den langdurigen strijd, die
geheerscht heeft tusschen den heer Krupp, ondersteund door het
Huis des Konings, en het Hooge Comité der artillerie. Het gego
ten staal en het brons hebben gedurende verscheidene jaren eene
worsteling volgehoudenwaaruit ten slotte het staal als overwinnaar
is te voorschijn getreden.
In den laatsten veldtocht heeft het brons te minder beantwoord
aan hetgeen men er van verwachtte ten aanzien der duurzaamheid
dewijl men, om eene meer vlakke, raseerende en verder reikende
kogelbaan te verkrijgen een tweeledig doel, dat de Pruisen zich