301
dere geschiktheid voor den marsch en het gevolg van eene te groote
langzaamheid. De Duitschers hebben zich zoozeer mogen geluk
wenschen met de snelle bewegingen die zij hunnen troepen hebben
doen verrichten en die hun, in zooveel gevallende overwinning heb
ben verschaftdat zijen te rechtniet hebben kunnen besluiten iets
te veranderen in wat vroeger bestond. Zij hebben zich dus bepaald
tot eene zeer geringe vergrooting van de ransels, de desiderata, die
de te lichte bagage van den soldaat kon laten bestaanvoor eene
andere combinatie bewarende.
Februari 1873.
M.
Wellington als staatsman. Reeds in het opstel over Napoleon's
semis van het genie der verdediging in den oorlog (Jaargang 1871)
is er op gewezen geworden, dat Eittre en Buckle zoo verschillend
oordeelden over Wellington's staatsmanskunst. Beiden konden geacht
worden te pleiten pour le hesoin de la cause. Immers Buckle had
noodig te bewijzen, dat, naarmate beschaving toenam, de groote gees
ten afkeer toonden van den krijgsmansstand. En hij gaat zoo ver
dat hij zelfs met minachting spreekt van den grooten Eritsals regent.
Littré daarentegen behoefde licht tegenover de schaduw zijner schil
derij. Vóór eenige maanden is er een werk van Er. Chr. von Stock-
mar verschenen, waarin eene uitspraak over den Britsehen veldheer
voorkomt, die als onpartijdig kan worden aangemerkt en Buckle in
het gelijk stelt.
Hooren wij eerst den Engelschen geschiedvorscher
//Wel is waar behoort de naam van Wellington door geen Brit
dan met dankbaarheid en hoogachting te worden uitgesprokeneven
wel slechts voor zijne diensten in het velden het zoude ons kwalijk
staan het gewicht daarvan te vergeten. Maar wie de burgerlijke ge
schiedenis van Engeland in onze eeuw bestudeerd heeft, weet zeer
goed, dat deze generaal, die in het veld zijns gelijken niet kende
(het is een zoon van het trotsche Albiondie spreekt) //en diewat
hem nog meer tot roem strekt, eene zeldzame redelijkheid, eene on
buigzame eerlijkheid en een onovertroffen zedelijkheidsgevoel bezat,
voor de ingewikkelde eischen van het staatkundige leven echter in
het geheel niet deugde. Gelijk bekend is, dwaalde hij ten eenemale
in zijne inzichten omtrent de gewichtigste maatregelen op het gebied
van wetgeving. De bewijzen daarvoor vonden wij in de beraadslagingen