25 dat wapen gedetacheerd, waarvan 4 bij het corps mineurs en sappeurs. (Deze 17 worden gerekend tot de sterkte der infanterie en zijn dus niet in het voor dit wapen opgegeven incompleet van 35 begrepen). Ten einde in den eersten tijd officieren van andere wapens definitief bij de genie te kunnen doen overgaan, bestaat het plan voor dezen een examen uit te schrijven, bestaande uit het technisch gedeelte der vakken van den genie-officier. Ook zijn bijzondere voorzieningen in overweging om te trachten binnen betrekkelijk korten tijd de stof aan genie-officieren te vermeerderen, en wel door den rang van 2ien luitenant bij dat wapen voor zoolang noodig ook toegan kelijk te stellen voor jeugdige civile .ingenieurs (Nederlanders) het zij hier te lande, hetzij in Indie aanwezig, die hun diploma aan de Polytechnische school te Delft hebben verworven, en voldoen aan een nader vast te stellen examen in de vakken der militaire bouwkunde enz. Eene toelage (f 75 's maands) zou dan worden toegekend ge durende hoogstens twee jaren om zich voor zoodanig examen te bekwamen, terwijl aan de hier te lande aanwezige adspiranten de gelegenheid zou worden aangeboden om de lessen, die in bedoelde vakken aan de Koninklijke Militaire Akademie te Breda worden gegevenkosteloos bij te wonen. Met het oog op het incompleet aan infanterie-officieren zijn gedu rende het eerste semester van 1873 achtereenvolgens ruim een 30tal Nederlandsche officieren van dat wapen (ongeveer voor lL 1ste en voor 2/g 2de luitenants) bij het Indische leger overgeplaatst, wat de 2de luitenants betreft in rang en ancienneteit, en wat de 1ste luite nants aangaat (welker overplaatsing nu echter is gestaakt) met an cienneteit van af de dagteekening hunner overplaatsing. De overgang- der 1ste luitenants werd bovendien afhankelijk gesteld van de voor waarde, dat de Indische 2de luitenants, die vóór of gelijktijdig met de over te plaatsen 1ste luitenants tot den officiersrang waren benoemd, mede reeds tot den hoogeren rang waren bevorderd. In een 14tal 2de luitenantsplaatsen is voorzien kunnen worden (Mei 1873) door benoeming van onderofficieren, die met goed gevolg het gewoon exa men voor den rang van 2den luitenant der infanterie in Nederland hebben afgelegd. Op gelijke wijze wordt getracht te voorzien in de behoefte aan 2de luitenants-kwartiermeester in Indie, hetgeen echter op 1 Juli 1873 nog slechts voor 3 plaatsen gelukt was, zijnde van het Nederlandsche Sedert is in dezen geest eene beslissing genomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 32