325 de omstreken, die er onschuldig aan was. Het dorp Fontenoy werd verbrand en de gemeenten van Lotharingen werden onderworpen aan eene buitengewone schatting van tien milioen frankendaarna verbood de Pruisische prefekt van het departement der Meurthe alle open bare of particuliere werken, zoolang Nancy niet 500 daglooners geleverd had om aan de herstelling te arbeiden, met bedreiging hen, die tegenwoordig waren, te zullen doen doodschietenzoo het getal niet vol was. Men moet den heer Jacqmin er dank voor weten dat hij in zijn boek de officiëele bekendmakingen van dezen ijverigen ambtenaar in haar geheel heeft medegedeeld. Het is goed, dat deze herinneringen niet te spoedig vergeten worden. Zoo de Duitschers eene middelmatige bekwaamheid verraden hebben, als het er op aan kwam te bouwen of te herstellen, hebbeu zij meer kennis ten toon gespreid in het exploiteeren van de spoorwegen waarvan de oorlog hun het tijdelijk genot gaf. In dit geval hernam hun methodieke geest het voordeel. Troepen-treinen, ambulance- treinen munitie-treinenproviand-treinen treinen van allerlei aard zag men heen en weer gaan tusschen de grens en het insluitingsle- ger. Zeer zeker was deze tijdelijke exploitatie onderhevig aan vele ongelukken. Zij begingen het groote onrecht bij deze gelegenheid, in strijd met alle vroegere wetten van den oorlog, de barbaarsche gewoonte in te voeren de treinen te doen begeleiden door burger lijke gijzelaars. Hunne grootste zwarigheid was, beambten in ge noegzaam aantal te vinden om de stations te bedienen en de treinen zoowel als het noodzakelijke materieel van locomotieven en personen- of goederenwagens te besturenwant het op de plaats geblevene per soneel der Frausche maatschappijen, die hare stoomwerktuigen en wagens naar het midden des lands hadden gebracht naarmate de vijand vooruit trok, weigerde, op enkele uitzonderingen na, in het belang van den veroveraar te werken. Wij hebben slechts de meest in het oog vallende feiten, die in het merkwaardige boek van den heer Jacqmin voorkomenkunnen aanvoeren. Een werk van dezen aard verdient bestudeerd te worden zoowel door de ingenieurs als door de militairen en zelfs door hen, die, buiten alle technische vraagstukken, belang stellen in de ge schiedenis van dezen grooten oorlog. In zijne bijzonderheden nage gaan, schijnt de inval der Duitschers te dezen opzichte niet het karakter van volmaaktheid te hebbendat de bewonderaars van den gelukkigen uitslag te gaarne aan de Pruisische organisatie toekennen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 332