voldoen. Maar wat helpt ons ook' de sterke, krachtige man, die den wil niet heeft, zijn leven in de waagschaal te stellen De oorlog in het gebergte kan enkel door vrijwillige, voor den oorlog geoefende lieden worden gevoerddie goed van wapens voorzien, en goed daar mede geoefend zijn. Aanvoerders.Van het hoogste belang zijn goede aanvoerders bij den guerilla-krijgmen zou zich zeer vergissen, indien men in eiken pastoor eenen Merino, in eiken kastelein eenen Andreas Hofer zoe ken wilde. Het volk zelf moet zijne aanvoerders kiezen, omdat hunne macht en hun invloed in den volksoorlog enkel op hun zedelijken invloed berust. Een, door wien dan ook, aangesteld hoofd is zonder macht en aanzien,indien hij het vertrouwen van het volk mist. Ondersteuning door geregelde troepen. Een korps geregelde troe pen geeft eene krachtige ondersteuning aan eene volkswapening, die zich aan deze troepen, als een vast middelpunt, aansluiten kan. Men kan dit vaste korps verkrijgen door een gedeelte van het staande leger daarvoor aan te wijzen, of men moet trachten, zulks een korps samen te stellen uit de bestanddeelen, waarover men kan beschikken. Al die mannen, die met de volkswapeningen groote overwinningen behaald hebben, hebben de noodzakelijkheid ingezien, geregelde en in de krijgskunst geoefende troepen ter beschikking te hebben. Abd-el Kader had zich door zijne geregelde troepen een vasten steun verschaft, en het voordeel, dat hij van hen wist te trekken, in verband met de, door den godsdienst tot den oorlog opgewekte stammen, was zoo groot, dat hij de Eranschen gedurende eenige jaren, en dikwijls met de schitterendste uitkomst, kon trotseeren. In den Griekschen bevrijdingsstrijd zien wijhoe de geregelde troe penkorpsen der Philhellenen de nuttigste diensten bewijzen. Zumala Carreguy onderhield in de Baskische provinciën een klein, bewegelijk leger, en Bem heeft in Zevenbergen, ondanks de in het begin heer- schende verwarring, onder de oproerige Hongaarsche bevolking, in korten tijd een welingericht leger weten te vormen, dat in het begin van het jaar 1849 de Oostenrijksche en Russische troepen uit het land verjoeg. Evenals de bovengenoemde hebben ook in vroegeren tijd de aan voerders van volkswapeningen gehandeld. Zonder een vasten kern van geregelde troepen hebben volkswapeningen zelden tot een goeden uitkomst geleid. De Spaansche opstand kon niet door de Eranschen 334

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 341