338 aangebrachtwaarvan o. a. een de bedreiging inhielddat men de woning van den Sultan en die van den controleur zoude verbranden. Toen de zaken zoover waren gekomen, achtte de Sultan van Del zich niet meer in staat, de rust en veiligheid in zijn rijk te hand haven hij riep dus, ten einde meergenoemde Datoes in handen te krijgen, de hulp in van de Indische Eegeering. De stationskommandant in de wateren van Eiouw en Linggade Luitenant-ter-zee le kl. J. D. J. van der Hegge Spies, begaf zich dus met den door hem gevoerden bodem, Z.'M. Stoomschip Banka, in den loop der maand April 1872 naar de hoofdplaats Laboean Deli, ten einde desgevorderd hulp te verleenen. Al spoedig bleek het dezen officier, dat de macht, welke hij be schikbaar zoude kunnen stellen, ongeveer 40 met achterlaadgevveren bewapende manschappen en twee mortieren, te gering zou zijn tegen over de macht den opstandelingen, die op een duizendtal Batta's en 500 Maleiers werd begroot en, naar men vernam, grootendeels van vuurwapenen (geweren en donderbussen) voorzien was. De Sultan kon slechts een paar honderd man hulptroepen, die hij echter zelf niet veel vertrouwde, op de been brengen. Terwijl nu de Pangeran van Langkat naar Deli werd opgeroepen om te trachtendiens medewerking te verkrijgenzond de kom- mandant der Banka bericht van den toestand naar den Eesident van Eiouw. Hij achtte eene versterking van zijne macht met 50 man van het leger noodigom het verzet te onderdrukken. De Eesident wilde, na overleg met den Militairen Kommandant, liever, ter vermijding van een mogelijk échec, eene grootere macht afzenden. Daar echter geen onmiddellijk gevaar dreigde, werd de per telegraaf via Singapore gevraagde machtiging der Eegeering af gewacht. Deze werd den 8st<=n Mei ontvangen, waarna den 10Aen aan boord van Z. M. Stoomschip den Briel, het Gouvernement-Stoom schip Kapoeas I en een gewapende boot, naar Deli vertrok eene macht, getrokken uit het garnizoen van Eiouw en bestaande uit: Infanterie. 1 Kapitein (E. D. W. Koops, Militaire Kommandant van Eiouw en onderhoorighedendie het bevel over de inge scheepte macht had). 1 le Luitenant (Jhr J. H. A. P. von Schmidt auf Altenstadt). 1 2e Luitenant (J. B. Ponstijn). 3 officieren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 345