340 De officier van gezondheid 2'e klasse J. C. D. Steendijk werd aan de expeditionnaire kolonne toegevoegd. In den vroegen ochtend van den lb^en Mei ving de ontscheping aan. Ten 9 ure waren de troepen der land- en zeemacht te La- boean Deli vereenigd, waar zij 100 koelies (Chineezen en Klinga- leezen) beschikbaar vonden. De kommandant der expeditionnaire kolonne, kapitein Koops, had ter hoofdplaats eene samenkomst met den controleur en den Sultan, Ten gevolge van hunne mededeelingend*at de weerspannige hoof den zich in de versterkingen te Timbang Langkat ophieldenrukte de kolonne nog des namiddags ten 2 ure, voorzien van vivres voor vier dagen, verder naar Kloempang, waar zij des avonds ten 11 ure op de onderneming van den Heer de Munnick aankwam. Daar ver nam men de tijdingdat de Batta's voornemens warennog dien nacht de ondernemingen Rotterdam en Perseverance, beide op on geveer Ij- uur afstand gelegen, af te loopendadelijk werd nu naar ieder dier landen een detachement van 30 man afgezonden. Beide detachementen keerden den volgenden morgen bij de hoofd macht terug, zonder iets bijzonders te hebben ontmoet. Met den hoofddjaksa van den Sultan was overeengekomendat hij met 300 man hulptroepen over de kampongs Soengal en Sapoe-idjoe, de versterkingen van den vijand zoude naderen, om hem, bij den aan val onzer kolonne, het ontvluchten naar die zijde te beletten. Men berichtte voorts, dat de Pangeran van Langkat tot gelijk doel zich reeds met de zijnen benedenwaarts van 's vijands stellingen aan de Bingeirivier had geplaatst. De Heer Peijer, een der landheeren, werd op zijn aanbod als gelei der der kolonne tot in 's vijands nabijheid aangenomen. Zoowel deze als de djaksa raadden aan om met den meesten spoed te handelenwaar om dan ook in den morgen van den 16aea weder werd voortgerukt. De controleur Deerns maakte den tocht mede. De groote hitte en het moeielijke terrein maakten den inarsch zoo vermoeienddat zich reeds spoedig een aantal manschappen bij den officier van ge zondheid aanmeldden. Ten einde daardoor den tocht niet te vertra gen, en daar men toen nog geen vijand te verwachten had, werden de zieken naar Kloempang teruggezonden. Een Europeesch fuselier bezweek door een zonnesteek. De luitenant-ter-zee 2e klasse Ver heggen moest van den verderen marsch door uitputting afzien. Ten 1 ure was men genaderd tot de pepertuinen van Datoe Dalil. Om streeks 44 uur vond de voorwacht den weg door verhakkingen ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 347