een mortier in de richting der voornaamste versterking, ten einde
het beoogde doel met rolworpen uit dien vuurmond te bereiken.
De artillerie, door het terrein in de plaatsing van den mortier
uiterst beperkt, koos op het voetpad ter hoogte van de voorhoede
stelling.
De vijand heropende zijn vuur.
Yan de bediening van den mortier kreeg de Europeesche kanonuier
G. Ageling, Alg. St. no. 57782, een doodelijk schot in de buik, de
Sergeant E. S. Jansen, Alg. St. no. 50460, Sen schampschot aan de
hand, de kanonnier L. van Zanten, Alg. St. no. 60176, een schamp
schot op de borst. Nogtans werd de mortier door de overblijvende
manschappen geladen.
De granaat verbrijzelde drie palissaden en sprong achter de ver
sterking. De houwitser, die inmiddels in batterij gekomen was deed
een kartetsschot in de nabijheid der versterking. Bij de bestorming,
die nu dadelijk volgde, werden de beide versterkingen verlaten ge
vonden. De vijand had op 't laatste oogenblik door een opening
aan de achterzijde, van waar een ingegraven weg naar de rivier
leidde, de voorwerken ontruimd.
De luitenant-ter-zee Langedie met zijne afdeeling het oogenblik
ter bestorming afwachtte, bekwam in die stelling een schampschot
aan het been.
Toen het grootste gedeelte der bediening van den mortier gekwetst
raakte, had de officier van gezondheid Steendijk zich onverwijld
derwaarts begeven, om de eerste hulp aau te brengen, en het ver
voer der gewonden naar de ambulance te regelen.
Uit het geboomte aan den anderen oever der rivier en op de
landtong zette de vijand zijn vuur voort, waarom eenige kartets-
schoten van uit de stelling bij de voorwerkjes daarheen werden ge
daan. Uit de mortieren werd intusschen naar de zijde van de hoofd
versterking die, in het geboomte verscholen, onzichtbaar was, het
vuur geopend.
De kommandant der expeditionnaire kolonne besloot thanson
der bescherming van het geschutte trachten de rivier over te
trekken en de hoofd versterking door storm te nemen, dan wel, indien
dit laatste onuitvoerbaar bleek, aan deze zijde van de rivier terug
te trekken. De houwitser werd daarom vooruitgebracht en zoo doel
matig mogelijk opgesteld, om het punt, waar de onzen den oever
zouden bereiken, van vijanden te zuiveren. De voorwacht zou den
overtocht aanvangen en zoodra mogelijk gevolgd worden door de
342