van den luitenant-ter-zee 2e klasse H. J. J. Ivempe, ter verkenning
naar Éantau-betoel. Die kampong, welke gedeeltelijk versterkt was,
bleek verlaten te zijn. Men vond eene groote hoeveelheid padie, die,
zooveel mogelijk onder de koelies verdeeld, werd medegenomen. De
kampong werd vernield. Omstreeks 6 ure des avonds keerde de
verkennings-afdeeling te Timbang Langkat weder.
In eene bijeenkomst, den 19llc» gehouden met den van Deli aan
gekomen Assistent-Resident van Siak (belast met de politieke leiding
van zaken in het Delische)werd beslotenaf te wachten wat de
onderhandelingen, aangeknoopt met den Radjoeroan van Selessie,
een zeer invloedrijk hoofd, wiens acht zonen zich aan 's vijands
zijde bevonden, zouden opleveren.
Voldeed hij niet aan de tot hem gerichte oproeping, dan zoude
kolonne naar Selessie voortrukken. Verscheen hij, dan zou de kolonne
over Sapoe-idjoe naar Soengal marcheeren, welke kampong van oudsher
den Sultan vijandig gezind was en welks hoofd gezegd werd een
grooten invloed ook op de bevolking in het gebergte uit te oefenen.
De Radjoeroan meldde zich werkelijk den 20sten Mei aan, deed
van zijne goede gezindheid blijken, en beloofde pogingen aan te wen
den om zijne zonen tot onderwerping overtehalen en dus den aan
hang der beide Datoes te verzwakken.
Uithoofde van de moeielijkheden, bij den marsch naar Soengal
te verwachten, werden de zieken en zij die doorgeloopen voeten had
den, benevens de houwitser, naar Kloempang teruggezonden. De
gekwetsten waren reeds geëvacueerd.
Er werd voorts besloten dat de hulptroepen zich vooreerst te
Timbang Langkat zouden blijven ophouden, om den omtrek te door
kruisen. Strenge bevelen werden gegeven om den bewoners geen over
last aan te doen en de eigendommen niet te beschadigen, ten einde
te doen uitkomen, dat de maatregelen der Regeering slechts tegen
de beide weerspannige Datoes en hun aanhang gericht waren.
Den 21stetl Mei ving de kolonne haren marsch naar Sapoe-idjoe
aan, na de benting te Timbang Langkat vernield te hebben, en bracht
daar den nacht door; terwijl den volgenden dag, 22 Mei, na een
hoogst vermoeienden marsch door bosch en moerassig terrein, des
namiddags omstreeks 6 ure de kampong Soengal bereikt werd. De
troepen ondervonden daar het meest vriendschappelijk onthaal. Aan
de overzijde der Soengalrivier, een half uur buiten de kampong,
werd het bivak, opgeslagen op de onderneming Enterprise Estate. -
Den 25sten Mei verschenen te Soengal de Assistent-Resident van
346