351 een paar dooden achterlatende. De aanval bleek uitsluitend gericht tegen de hulpbenden. Beeds was het detachement weder in onze benting teruggekeerd toen andermaal een kleine aanval vau den vijand plaats vond, naar het later bleek, alleen om de gevallenen terug te halen. De morgen was intusschen reeds zoo ver verstrekendat Ka pitein Koops het raadzaam achtte de verkenning naar Tanda JBenoea tot den 28™ uit te stellen en het overige van den dag door patrouilles den omtrek te doen doorzoeken. Een detachement van 30 bajonetten onder den lctl Luitenant Yon Schmidt auf Altenstadt uitgezonden keerde in den namiddag terugzonder eenigen vijand te hebben aan-, getroffen. Enkele huizen, die men blijkbaar pas begonnen was te versterken, waren vernield geworden. Een onbeleefd ontwijkend antwoord van de Pengoeloes van Oedjong Barat, op de oproeping van den controleur om voor hem te ver schijnen gaf dien dag de zekerheiddat die kampongde grootste tusschen Soeugal en Sapoeroek, en op ongeveer 4 uren van laatst genoemde plaats, vijandig gezind was. Daar een schrijven van den Assistent-Besident den staat van zaken mede in een ongunstig dag licht voor ons stelde, besloot de kommandant thans naar Soengal terug te trekken doch vooraf den vijand onze kracht te doen ge voelen, hem op den weg naar Tanda Benoea terug te drijven, kon het, hem zelfs uit Tanda Benoea verjagen en die kampong in den asch te leggen. Door deze aanvallende beweging ontstond de kans, den terugweg naar Soengal ongehinderd te kunnen afleggen. Den 28sten Juni rukte Kapitein Koops daarom ten 5j- ure uit, met een detachement sterk 60 bajonetten, 2 mortieren, den officier van gezondheid en 20 kettinggangers voor de ambulance. Het paddat de kolonne volgde, was uiterst moeielijk. Naauwelijks 1| uur ver stiet men op een versterkt Battasch huis, met half voltooide palis- sadeering, beide met schietgaten voorzien, die de vijand met spoed ontruimde, zonder een schot te doen. Een half uur verder stiet de spits weder op een versterkt huis, waaruit op de kolonne gevuurd werd. De voorwacht onder Luitenant Ponstijn ging onmiddellijk tot den storm over, waarop de vijand de vlucht nam. Wij hadden tot dus ver geen verlies geleden. Weder werd een drie kwartieruurs onge hinderd doorgemarcheerd, toen de kolonne op een zeer zwaar versterkt huis stiet, waaruit de vijand een hevig vuur opende. De beide manschappen van de 'spits werden gekwetst. Luite nant Ponstijn kwam moedig met de voorwacht ten aanvaldoch be kwam mede een paar gekwetsten. De hoornblazer Troenodrono, Alg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 358