369 Eenige dezer verschillen van gevoelen waren bedenkelijk, zij liepen over punten, die ten nauwste verbonden waren met de inrichting van de gewapende macht, dat is met het behoud van de stad. Daartoe behoorde, bij vooibeeld, de verkiezing van de officieren der mobiele nationale garde, die het gros van het actieve leger binnen Parijs uit maakte. Ziehier wat de heer Trochu daarvan zegt: //Eene eerste maal op dit punt geslagen, eene tweede maal geslagen, en nog eene derde maal geslagen, kwam Gambetta er op terug, en hij kwam er op terug, door het zeer wegsleepende talent, dat hij heeft, al de eenparige stemmen van den raad winnende, behalve twee; die van den generaal Le E16 en de mijne." De verwarring valt hier in het oog. Uit een politiek standpunt had men misschien gelijk met het recht van stem men bij het jonge leger in te voeren, maar uit een militair stand punt beging men eene hoofdfout, gelijk men overigens later erkend heeft, en het is waarlijk monsterachtig den bevelhebber van eene be legerde vesting en den minister van oorlog verplicht te zien zich te onderwerpen aan eene meerderheid zonder eenige bijzondere bevoegd heid en medegesleept door een weisprekenden speech. Deze maatre gel oefende, gelijk men weet, den noodlottigsten invloed uit op den geest van het leger, dat met den besten wil en de stoutste voorne mens bezield was, maar ten eenemale gebrek had aan kaders; men had wellicht de bestanddeelen hiervoor kunnen vinden in de Parijsche be- volking, maar men liet, om redenen, die niets gemeens hebben met de krijgskunst, aan het toeval over de zaken te schikken. Het schikte ze natuurlijk zeer slecht, wat eene reeks van de meest betreurenswaarde.ge volgen na zich sleeptegebrek aan kennis bij de officieren, gebrek aan samenhang bij de soldaten, gemis van krijgstucht van boven tot be neden, en wat is een troep met dergelijke gebreken? Ik wil niet zeggen, dat het in dien oogenblik mogelijk was een degelijk leger te vormen, in staat om den vijand het hoofd te bieden, maar ik zal zeker niet worden weersproken in de bewering, dat men beter doen kon en gedaan zou hebben, zoo, sinds den aanvang, het krijgskundige vraagstuk geheel was losgemaakt geworden van het staatkundige. Dit feit staat overigens niet op zich zelf, het behoort tot het ge- heele stelsel van bewindvoering, den 4<l™ September ingewijd. De heer Jules Eavre bekent, als iets, dat hij zich tot eere rekent, //dat hij alle inlichtingen, die hem gegeven werden, in zijn' geest bewaarde, dat hij trachtte zich bij de officieren op de hoogte te stellen, dat hij plannen met hen besprak en vervolgens al die denkbeelden aan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 376