den generaal onderwierp." Ten gevolge van deze beraadslagingen van deze gemeenschappelijke studiën over ontwerpen en plannen, ver loor de verantwoordelijke leider der verdediging, na eenigen tijd, het vertrouwen van het Gouvernement, dat het zich tot een' plicht achtte zich bij hem tot de écho van de openbare meening te maken, aan merkingen tot hem te richten, hem raad te geven. Herhaalde malen dacht men er aan hem te vervangen; nu eens hem te vermetel vin dende in zijne hoop, dan weder te schroomvallig, te besluiteloos in zijne ondernemingen. De heer Trochu was geen staatkundig man, hij had het dikwerf gezegd en het Gouvernement wist het; toch dwong men hem, alle dagen aan staatkunde te doen. Men dwong hem zijne krijgskundige denkbeelden ondergeschikt te maken, niet alleen aan den inwendigen toestand van Parijs, maar ook aan diplomatische combinaties, die men door alle mogelijke mid delen trachtte tot stand te brengen. Lees de twee boekdeelen van den heer Jules Pavre, en gij zult duidelijk zien, dat de geheele verdediging gedraaid heeft om deze twee dingen: de vrees voor een oproer en het verlangen naar een wapenstilstandtelkens, als de gemoederen te overprikkeld waren, deed men een' uitval; telkens als zich de mogelijkheid eener schorsing van de vijandelijkheden voordeed, keerde men tot kalmte terug, en het bekende bootje der parlemen tairen ving weder, bij de brug van Sèvreszijne heen- en weêrgaande beweging aan. Zoo laten zich die tusschenpoozende krijgsverrichtin gen welke gedurende het geheele beleg ieder zoozeer verbaasdendie lange tijdperken van werkeloosheid verklarenaltijd zoo verderfelijk voor belegerden; zoo laat zich ook de moedeloosheid verklaren, die de staven bevangen en zich ten laatste aan de troepen medegedeeld had. Om er zich van te overtuigen, is het voldoende eenige vol zinnen uit Le gouvernement de la dêfense nationale aan te halen. De in de maand October krachtig op het touw gezette onderhan delingen werden den lsten November, zoo al niet afgebrokenten minste gestaakt; dat is op den dag na dien, waarop het Stadhuis bijna een nieuw bewind had zien optreden. Waarom was het oproei uitgebarstenin het eerste gedeelte van den dag //de geheele stad medesleepende, die door een onbedachtzaam gevoel van verbittering vijandig werd jegens de Regeering?" (bl. 324). De heer Jules Pavre zegt ons in het eerste deel, dat de geruchten van wapenstilstand er de oorzaak van waren, en in het tweede haalt hij eene zijner depê ches aan den graaf de Chaudordy aan, waarin hij zich aldus uitdrukt 370

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 377