373
breuk, gelijk men altijd schipbreuk geleden had. De inwendige toe
stand werd toen bijzonder ingewikkeldna den Gouverneur een'
krijgsraad ter zijde te hebben gesteld om hem te leiden en in te
lichten, gaat men eene schrede verder, men offert hem op en benoemt
den heer Vinoy. Idier plaatst zich een voorval, dat zeer zeker geene
hoofdrol speelt, maar toch van gewicht is in de geschiedenis van het
beleg. De heer Trochu beweert, dat hij afgezetof ontslag en' is
geworden; de heer Favre houdt vol dat hij, verwonnen door de rede
neeringen, die men tegen hem hield, er in toestemde azijn ontslag
te nemen."''' Wat er waar zij in deze tegenstrijdige beweringen, die ik in
het geheel niet kan toetsen, schijnt het zeker, dat het Gouvernement
in dien oogenblik besloten had nog een' grooten slag te leveren, //een
wanhopigen slag," en dat het, buiten weten van den Gouverneur, een'
officier zocht, die daarvoor wel de verantwoordelijkheid wilde op zich
nemen. Men wendde zich tot de ouden zoowel als tot de jongeren,
tot de hoogere rangen gelijk tot de bataillons-chefszeer gelukkig
stemde niemand er in toe een avontuur te wagen, dat zelfs geene
//heldhaftige dwaasheid" meer was, dat niets anders meer zijn kon dan
krankzinnige heldhaftigheid. In deze omstandigheden nam de heer
Yinoy het opperbevel op zich, niet om te vechten, maar om de orde
te handhaven tot de ure der ontknooping, die met rassche schreden
naderde.
Ik ga het oproer van den 22sten Januari voorbij, de nare poging
van eenige heethoofden, die geen' ernstigen invloed gehad heeft noch
hebben kon, en ik kom aan het laatste bedrijf van het bloedige drama,
dat sinds vier maanden gespeeld werdaan de overgave. In die laatste
ure is de toestand niet veranderd, de staatkunde heeft steeds de eerste
rol ingenomen, de militaire zijde van het vraagstuk op den achtergrond
stellende en uitwisschende. Yoor deze bewering steun ik niet alleen
op het verhaal van den heer Jules Favre, maar ook en vooral op een
bescheid, door het Journal officiel openbaar gemaakt.
//Aangezien", zegt het proces-verbaal van den Raad van Onderzoek
voor de overgave, //het uit deze verschillende aan den Raad mede
gedeelde bescheiden blijkt, dat de generaals Trochu en Yinoy ten
eenemale vreemd gebleven zijn aan de overgave van Parijs, daar de
generaal Trochu den 28sten Januari, zoo hij ook al nog voorzitter van
de Nationale Verdediging was, niet meer de betrekking van Gouver
neur van Parijs vervulde;
//aangezien, aan den andereu kant, de generaal Yinoy, opperbevelheb-