375 oorzaak van elk bijzonder feit kunnen opklimmen, moeten wij erken nen, dat de toestand moeilijk was, en dat het bezwaarlijk zoude ge weest zijn anders te handelen, beter te handelen. En toch, al wapenen wij ons zelfs met die onpartijdigheid, zonder welke de geschiedenis een pamflet wordt, zullen wij, de feiten van naderbij beschouwende, gemakkelijk maatregelen vinden, die niet nood- zaaklij k waren en die nadeelig geweest zijn, schikkingen, die niets belette te nemen en waarvan het verzuim zeer groote schade heeft veroorzaakt. Ik zal eenige van die leemten kortelijk nagaan, namelijk die, welke, naar mijn inzien, het verderfelijkst zijn geweestik zal het doen, niet om mij het onvruchtbare genoegen te gunnen van eene veroordeeling van gebeurde zaken, maar om te beproeven uit het ver leden een onderricht te trekken, dat dienen kan voor de toekomst. In eene belegerde vesting neemt, na de uitsluitend militaire vraag stukken, de administratie, vooral die, welke op de levensmiddelen be trekking heeft, den eersten rang in. Haar gewicht wordt nog grooter, als het eene stad gelijk Parijs geldt, die binnen hare omwalling bijna 2.000.000 inwoners bevat, wier overgroote meerderheid gevormd werd door hetgeen men in de eenigzins onbeschofte taal van den oorlog miuttelooze monden''' noemt. Hoe is de administratie ingericht ge weest? Heeft het Gouvernement te dezen opzichte gedaan, wat nood zakelijk en mogelijk was? Ik geloof het niet. Het is waar, dat hier de uitkomst gelijk geeft aan de genomene maatregelen. Parijs, dat, volgens de meest gewaagde onderstellingen het is de heer Trochu, die hel ons gezegd heeft niet langer dan 2 maanden kon weer stand bieden, heeft honderd een en dertig dagen weerstand geboden, en het heeft nog te eten gehad gedurende de eerste weekdie op de overgave gevolgd is. Dat is, zonder tegenspraak, een buitengewoon iets, hetwelk Europa verbaasd heeft en door de geschiedenis zal wor den beschouwd als een werkelijk wonder; maar het feit op te tee kenen is niet voldoende om er de eer van toe te schrijven aan hen, die de zaken bestuurd hebben, want het is mogelijk, dat het niet het rechtstreeksch gevolg is van de gebezigde middelen. Deze middelen waren ten eenemale gebrekkigen zoo het beleg, in weerwil daarvan, bijna 5 maanden geduurd heeft, is dit een bewijs, dat het nog langer had kunnen duren bij eene betere regeling. Gelijk de geheele staatkunde der verdediging slechts het produkt is geweest van twee verschillende gevoelensde vrees voor een oproer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 382