377 niet onbeduidend is. Ik heb door personen, die de administratie ver dedigden en in eene betrekking waren om de dingen nauwkeurig te kennen, hooren zeggen, dat het strenge vasthouden aan het rantsoen, zoo het in de eerste dagen een' aanvang had genomen, ons toch niet verder zou gebracht hebben dan tot den IS3"1 Februari. Dit zij zoo, maar beteekenen 15 dagen dan niets, voor eene belegerde stad Beteekent het niets het lijden van eene talrijke bevolking te verlichten en de vreeselijke sterfte der twee laatste maanden te beletten Welnu, het kan niet twijfelachtig zijn, dat men, door de overgangen in ver mindering van voedsel geleidelijk te doen plaats hebben en door de brandstof aan te schaffen, die het zoo gemakkelijk was uit den omtrek der stad te krijgen, het wekelijksch getal slachtoffers van den honger en van de koude (3500) aanmerkelijk zou verminderd hebben. (Het totaalcijfer van de sterfte ongeveer 4500 's weeks geweest zijnde, trek ik er 1000 af, dat het gemiddelde der wekelijksche sterf gevallen in gewone tijden gedurende dit seizoen vertegenwoordigtde 3500, die overblijven, stellen dus ten naaste bij de sterfte voor, te weeg gebracht door de ontberingen van het beleg. Ik raad sterk aan op dit punt eene zeer merkwaardige thesis van den doctor Sueur te raadplegengetiteldEtude sur la mortalité a Paris pendant le siégeuitgegeven bij Sandoz en Fischbacher, 1872. Zij bevat zeer opmerkelijke bijzonderheden en geeft een overzicht van een groot aantal onderzoekingen, gegrond op officiëele gegevens). Er was dus een dubbel vraagstuk, een dubbel doel te bereiken; een militair doel door de verdediging te verlengen, een menschlievend doel door noodelooze ontberingen te besparen. Het vraagstuk der menschlievendheid leidt er mij zeer natuurlijk toe, een punt van hoog gewicht in oorlogstijd aan te roeren, waaraan men niet genoeg aandacht wijdt; ik wil spreken over de ambulances. Ik bedoel niet, mij hier bezig te houden met de ambulances der slag velden, hare beurt zal komen, wanneer ik, in het tweede gedeelte van dezen arbeid, de krijgsverrichtingen zal behandelenik spreek slechts van de ambulances, opgericht in de stad en bestemd om de gekwetsten en zieken op te nemen. In geen enkelen diensttak wellicht waren goede organisatie en administratieve centralisatie meer dringend noodig) meer onmisbaar; het gold de kwijting eener schuld van dankbaarheid jegens hen, die hun leven pas gewaagd hadden voor het gemeenschap, pelijk welzijn, het gold ook het behoeden van de burgerbevolking voor de besmettelijke ziekten, die de gewone stoet der oorlogen zijn*

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 384