382 zijn. Wij nemen te lichtelijk eene verandering van woorden en per sonen voor eene verandering van stelsel en van instellingen aan. Niets gelijkt er minder op. //Den dag na den 4den September zou het Gouvernement een bij uitstek staatkundig besluit genomen hebben door de conscriptie af te schaffen en algemeenen dienstplicht, zoowel als verplicht lager onderwijs in te voeren. Tevens zou het voldoening gegeven hebben aan een gevoel van recht en rede, door vervolging te gelasten tegen den Keizer en zijne ministers, die den oorlog verklaard hadden. Het was een groote misslag den schijn aan te nemen, alsof men het ont zettende hunner misdaad niet begreep of de macht miste hen te straf fen. "Van deze maatregelen werd echter afgezien men bepaalde er zich toe het art. 75 uit de Grondwet van het jaar VIII te schrappen" (dit verbiedt vervolging van een1 ambtenaar zonder voorafgaand verlof van den Raad van State), //men schafte den borgtocht der dagbladen af en besloot het vraagstuk der rechterlijke inrichting te bestudeeren. Bat waren de eenige stoute daden. Niemand zal geneigd zijn ze buitensporig te vinden en er de oorzaak van ons niet-slagen in te zoeken" (I, 242). Deze aanhaling, ontleend aan een1 man wiens bevoegdheid in der gelijke zaken het onmogelijk valt te wraken, bevat het besluit, dat ik trekken wil uit de studie van de staatkundige zijde der verdediging van Parijs. Wij hebben de Regeering onbekwaam gezien in de re geling van de verdediging, aarzelend en besluiteloos in het beheer; een harer invloedrijkste leden komt de schilderij voltooien en toont ons haar, zelfs terugdeinzende voor louter staatkundige maatregelen, door nrechi en rede1 zoo natuurlijk aangewezen. De heer Pavre heeft gelijkniemand zal in wat hij stoute dadennoemt de oorzaak der mislukking zoeken, maar men wordt er onwillekeurig toe gebracht, er de blijken van zonderlinge oumacht in te zien. De geschiedenis, die voor geene enkele partijzuchtige of persoon lijke bedenking het hoofd buigt, zal ongetwijfeld eens deze vraag stellen: Gij zijt vijf maanden aan het bewind gebleven, gij hebt eene bevolking van twee millioen zielen aan uwe voeten en onbegrensde hulpmiddelen in uwe handen gehad; een gezag, dat u nooit ernstig is betwist ge worden; belangelooze toewijding, zooveel gij wildetwat hebt gij gedaan voor Parijs, wat hebt gedaan voor de Republiek Zoo de openhartigheid van den heer Jules Pavre door allen wordt nagevolgd, zullen zij antwoorden: //Niets; wij hebben onze krachten uitgeput

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 389