overtrekken, te Rouaan komen, vervolgens aan de zee. Aan dat plan
was een plan verbonden om de hoofdstad langs de Beneden-Seine
van levensmiddelen te voorzien; de eerste operatie was bestemd om
de tweede voor te bereiden" (bl. 94j).
Dat was dus, gelijk men ziet, werkelijk wel een plan, hetwelk, in
verband met de sterke werken, opgeworpen hetzij in de omwalling,
hetzij daarbuiten, volgens de meening van den heer Trochu, in staat
stelde, zoo ook al niet Parijs te ontzetten, althans den vijand gestadig
in bedwang te houden totdat de organisatie van de legers in de de
partementen gedoogde, in de omstreken van Parijs een' beslissenden
veldslag te leveren.
Wij zullen nu zien, altijd steunende op de officiëele feiten, of het
plan goed was, wat men gedaan heeft om het te volvoeren en waarom
het niet gelukt is.
De waarde van een veldtochtsplan is altijd in het wezen der zaak
betrekkelijk, in dien zin, dat de vernuftigste strategische ontwerpen ten
eenemale onuitvoerbaar kunnen zijn in zekere omstandigheden, dat zij
zelfs somtijds tot rampvolle uitkomsten kunnen leiden. Een treffend
voorbeeld van dit yerschil in karakter, dat één en hetzelf4e plan hebben
kan, is de marsch van het leger van Chalons op Verdun. Een dergelijke
marsch, ofschoon in omgekeerde richting, door Dumouriez in de berg
passen van Argonne gevoerd, had hem de overwinning van Valmy ver
schaft; het denkbeeld van den heer de Palikao voerde den maarschalk
Mac-Mahon naar Sedan en dwong het leger zich over te geven. Be
oordeeld als ontwerp van eene strategische operatie, was het plan van
den oorlogsminister wellicht zeer stout, maar het was niet slechter
dan dat van Dumouriez, dat nog stouter was, en bood nog meer
kansen van slagen aan, dewijl men meer tijd voor zich had en men
zich met een uitmuntend leger zoude vereenigen, dat nog bijna onge
deerd was, ondanks de veldslagen, die het had geleverd toch was
tusschen de twee dit verschil, dat het eene bekroond is geworden met
eeu' schitterenden uitslag en het andere uitgeloopen is op eene ne
derlaag zonder voorbeeld in de geschiedenis. Wat is hiervan de oorzaak?
Men moet haar zoeken, niet in de theoretischè combinaties van den
veldheer, maar in de mannen, die ze moesten uitvoeren, in de po
litieke omstandigheden, die de marsc'nen belemmerden, in den geest
van het leger, dat gedemoraliseerd en gedesorganiseerd was, in de
bekwame manoeuvres van den vijand, in de buitengewone juistheid
zijner bewegingen. Het gei,h van een' aanvoerder bestaat juist daarin,
386