393
hem ontworpen had. //Ik twijfel er aan", zegt hij//of ooit een op
perbevelhebberin den loop der feiten, die zijne verantwoordelijkheid
scheppen, een smartelijker ongeluk ontmoet heeft dan dat, waarop
ik u pas heb gewezen; want ik was verzekerd, dat, wanneer ik, met
meer of minder onmacht, de zeer gevaarlijke poging zou hebben ge
daan, die ik ging beproeven, ik de richting van Rouaan niet meer
vrij zou vinden, en inderdaad, toen ik er op terug kwam, bezette
de vijand Rouaan en ging tot onder de muren van Havre." (bl. 113).
Het is aardig deze woorden te leggen naast het verhaal van den heer
Jules Pavre. //De generaal Trochu had vertrouwen in de geestkracht
van den generaal d' Aurelle, hij scheen zeer tevreden over de maat
regelen die deze genomen had na den slag bij Coulmiers. Zij waren
bovendien overeenkofnstig de instructies, die hij zelf hem gezonden
had. Hij geloofde dusdat de Pruisen zich aan eene nederlaag zou
den bloot stellenzoo zij beproefden de geduchte verschanste leger
plaats aan te tasten, waarin onze troepen hen afwachten. Wat hem
betrof, hij was besloten een uitval te wagen over de hoogten van
Champagny en Coeuilly. Aan dien kant was de insluitingslinie zwak
ker, en de beweging, met kracht en vuur geleid, had groote kans
van slagen" (II, bl. 110).
Men vraagt zich bovendien af: op welk tijdstip kwam de heer
Trochu terug op zijn denkbeeldnaar Rouaan te gaan Niemand
onzer heeft de herinnering bewaard van eenige poging naar die zijde
beproefd, behalve het laatste treffen van Bourget, dat, gelijk wij reeds
gezien hebben, bedacht was geworden om //de Pruisen buiten hunne
stellingen te lokkenen den slag van Montretout-Buzenvaldie, of
schoon geleverd op het schiereiland Gennevilliers, tot objectief had:
Versailles. Al deze feiten en al deze bedenkingen geven ons in
zekere mate het recht te geloovendat, zoo er in den geest van den
gouverneur van Parijs een plan bestaan heeft, wat zeker schijnt, het
nooit anders geweest is dan in den staat van zeer losse en zeer on
bepaalde gedachte. De vijandelijke liniën te willen doorbreken om
zich in Normandië van levensmiddelen te voorzien is nog geen veld
tochtsplan opmakenwant in den oorlog leeft men niet van neigingen,
van begeerten, van algemeenheden; er zijn juiste schikkingennoodig,
eene grondige studie van de bijzonderhedeneene tot in de geringste
kleinigheden afdalende voorbereiding, die in staat stelt het hoofd te
bieden aan alle ongelukken, aan alle mogelijke gebeurtenissen. Wij
vinden niets dergelijks in het plan van den heer Trochu, dat hij ten