409
sen in de verschillende graden en rangen zouden uitsluitend door
militairen van het korps worden aangevuldslechts de helft der va
catures in den 2en luitenants-rang zoude door verdienstelijke kadets
en onderofficieren van andere korpsen mogen worden ingenomen. Ieder
dienstjaar in Indië zou voor twee dienstjaren in Nederland tellen. De
officieren waren gedurende hun verblijf in de koloniën aan de aldaar
vastgeslelde korting voor het pensioen-fonds onderworpen, maar hun
pensioen zou later, in evenredigheid van hunne bijdragen in Indië, in
Nederland verhoogd worden. Na een verblijf van twee jaren in de
koloniën zou het iederen militair der expeditionaire afdeeling, van
welken rang of graad, vrijstaan zijne militaire loopbaanin den door
hem bij het korps verkregen rang of graad, bij het Indische leger
voort te zettendan wel naar zijn korps in Nederland terug te kee-
ren. En hun, die zich, ter bevordering van hunne materieele be
langen andere uitzichten geopend hadden dan in den militairen dienst,
zou de noodige hulp en ondersteuning worden verzekerd, om hun
verblijf in Indië te verlengen. Een vereerend onderscheidingsteeken
voor betoonde dapperheid en doorgestane vermoeienissen zou eindelijk,
als het symbool der Koninklijke waardeering hunner te verrichten
dienstenaan alle militairen der expeditionaire afdeeling worden uit
gereikt die te velde waren geweest.
Wie de hierboven door Weitzel geresumeerde bepalingen met den
officieelen tint wil lezen, sla slechts het sedert onrustbarend aan
groeiende Recueil Militair van 1826 op. En hij, die eens wil na
gaan, hoe men zich ook op een ministerie voor grove vergissingen
geen onfeilbaar middel kan verschaffen, vergelijke voor zijne liefhebberij
de Koninklijke besluiten van 26 en 28 October 1826 met de circu
laire aanschrijving van den kommissaris-generaal van oorlog dd. 27
October 1826. Hetgeen in die aanschrijving staat, komt niet overeen
met den inhoud van de Koninklijke besluiten. Deze zijn eerst later,
na de oprichting der expeditionaire afdeeling, algemeen bekend ge
worden. In de aanschrijving stond, dat ieder campagne-jaar in Indië'
voor drie dienstjaren in Nederland zou tellenin het besluit, dat een
dienstjaar in Indië voor twee Nederlandsche dienstjaren in rekening
werd gebracht. Bij het besluit werd vastgesteld, dat de helft der
openvallende 2e luitenants-plaatsen aan verdienstelijke kadets en onder
officieren van andere korpsen lean gegeven worden; de aanschrijving
Weitzel, Ibidem.
18