410 meldde evenwel, dat de vacatures bij de expeditionaire afdeeling door officierenbij de afdeeling dienendemoesten worden aaangevuld, zonder meerzoodat velen hieruit de gevolgtrekking maaktendat ook alle openvallende 2e luitenants-plaatsen aan kadets en onder-officieren der expeditionaire afdeeling zouden geschonken worden. Daar nu de ministerieele circulaire gunstiger voorwaarden bekend maakte dan het Koninklijk besluit het alleen geldige stuk waren die tegenstrijdig heden een der oorzaken, dat er bij de expeditionaire afdeeling, tijdens haar verblijf op Java, ontevredenheid en vele klachten ontstonden en dat men haar vaak wellicht soms ten onrechte heeft beschuldigd, dat zij overdreven pretentiën had en niet altijd met een goeden geest was bezield. Militairen hebben gewoonlijk van bureaukratie en staats instellingen niet al te heldere begrippen. Den soldaat is het nooit, en den officier niet altijd, euvel te duiden, dat hij het verschil niet weet in rechtsgeldigheid tusschen een Koninklijk besluit en eene mi nisterieele circulaire, die hetzelfde onderwerp heeten te behandelen. Ter eere van het opperbestuur moet aangevoerd worden, dat het die pretentiën later in zoo verre billijk heeft bevonden dat een campagne jaar der expeditionaire afdeeling in Indië voor drie dienstjaren in Ne derland in rekening werd gebracht en het recht daarop is erkend geworden in de toen bestaande wet, regelende de pensioenen der landmacht. Gaven die slecht geredigeerde en slordig gekontroleerde bepalingen aanleiding tot ontevredenheid in den boezem der expeditionaire afdee ling, de1 minder gelukkige redaktie van artikel 13 van het besluit van £6 October was zelfs de oorzaak van een geschil tusschen Du Bus en De Koek. Dat beruchte artikel luidde dan'/De expeditio naire afdeeling, op Java aangekomen zijndezal in geene binnenposten bij kleine detachementen mogen worden verspreidzijnde het almede onze intentie, dat dezelve, na behoorlijke rust te hebben genotenbij voorkeur in haar geheeltot het bestrijden der muitelingen worde aangevoerd." Welke beteekenis de minister van marine en koloniën aan dit artikel hechttemoge uit zijne aan den kommissaris-generaal van Nederlandsch-Indië gerichte missive van 12 December 1826 blij ken. //Het spreekt van zelve" schrijft de minister //dat de schepen, waarmede de expeditie wordt overgebracht, niet te gelijkertijd in Indië zullen aankomendaar het intusschen Zr. Ms. stellige begeerte Weitzel. Ibidem.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 417