413 verdediger van generaal De Koek niet veel meer dan een katechiseer- meesters-pleidooi. Immers, nauwlijks was de expeditionaire afdeeling te Samarang, Salatiga en Bojolali onder dak, of de regeering liet weder nieuwe kazernes voor haar te Djokdjokarta en Magelang houwen l Neemt men nu eens de kaart van Java vóór zich en zoekt men daarop Sa marang, Salatiga, Oengaran, Bojolali, Magelang en Djokdjokarta, dan is de vraag niet onbillijk te noemen, of de generaal de Koek èn uit een hygiënischèn uit een strategisch èn uit een politiek oogpunt aanvankelijk geene betere garnizoenen door de expeditionaire afdeeling had kunnen doen betrekken. Over de legeringswijze der expeditionaire afdeeling ontstond weldra verschil van gevoelen tusschen den opperlandvoogd en den komman- dant van het legerDu Bus achtte zich verplicht, zijne stem te ver heffen tegen De Kock's vermoedelijke en toekomstige overtreding van de bevelen van het opperbestuur. Maar de kommandant van het Indische leger, wel verre van zich te laten intimideerenverklaarde, met de oprechtheid des krijgsmans, dat hij uit artikel 13 niet anders kon lezen, dan dat de expeditionaire afdeeling niet over verschillende garnizoenen verdeeld en van krijgsroem verstoken zoude worden, opdat niet alleen de geakklimateerde troepen van het Indische leger, maar ook de niet-geakklimateerde troepen uit Nederland de lauweren der overwinning zouden plukken. Zonder dat gevoelen te weerleggen, kon de opperlandvoogd er zich niet mede vereenigen. Wie had gelijk Volgens artikel 13 mocht de expeditionaire afdeeling niet tegen den vijand worden aangevoerd dan na behoorlijke rust te hebben geno ten. Op den 28sten Mei 1827 komt de staf van het korps met het flankbataillononder den luitenant-kolonel Ledel, te Samarang aan. Na aankomst heeft die bekende, vermoeiende, marsch naar Bojolali plaats; daar zal door het flankbataillon het nieuw gebouwde kampe ment worden betrokken; en reeds den 10den Juni d. a. v. trekt het te velde en neemt het deel aan den tocht naar Kembang tegen Dipo Negoro. Zonder nu tot haarkloverijen af te daleu over de interpretatie van artikel 13, doe ik de vraag of, met het oog op het feit, dat een Europeaan soms eerst na een, twee of drie jaren geakklimateerd is aan die operatie wel door de eerst kortelings uit Nederland aange- Persille.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 420