414
komen troepen had mogen worden deeelgenomen. Maar de resultaten
waren goed, zal men wellicht zeggen Niet geheel en al waar. En
zelfs al ware de uitkomst goed, dan nog moet men vragenwaren de
opofferingen daaraan evenredig; hoeveel verlies werd daar door het
flankbataillon aan niet-valide militairen geleden?
Een afkeurend schrijven van den opperlandvoogd die niet eens
het rapport van den legerbevelhebber over die operatie had afgewacht
viel daarop den generaal De Koek ten deel. Noch het antwoord van
De Koek, waarin hij Du Bus nogmaals onder 'toog bracht, dat het
onmogelijk en hoogst ondoelmatig was, de expeditionaire afdeeling in
massa tegen den vijand aan te voeren, noch het advies van den ko
lonel Vermersch om van die afdeeling zes mobiele /colonnes te or-
ganiseeren, daaraan Inlandsche troepen toe te voegen en, onder het
komman do van een hoofd-officier, in verband met de overige mobiele
kolonnes te doen ageeren, mocht den opperlandvoogd tot andere
gedachten brengen. Aan den minister van marine en koloniën werd
van het bestaande verschil van gevoelenonder overlegging van de
gevoerde briefwisseling en De Kock's oorlogsplan, kennis gegeven.
Uit het antwoord des ministers bleek, dat het ministerie van oorlog
geene stellige bepalingen had willen uitvaardigen over de wijzewaarop
de expeditionaire afdeeling tegen den vijand zou ageerenmaar artikel
13 van het bekende Koninklijk besluit in dien zin moest worden op
gevat, dat de expeditionaire troepenmacht niet over verschillende gar
nizoenen verdeeld en van krijgsroem verstoken zou worden. Het
ministerie van oorlog was daarbij van oordeel, dat de bedenkingen
van den opperlandvoogd tegen het dadelijk ten strijde trekken dier
troepenmacht niet in massamaar slechts van een gedeelte daar
van minder haar ontstaan hadden gevonden in de interpretatie van
het beruchte artikel, namelijk dat de expeditionaire afdeeling zoo
als WeitzeJ beweert in massa en vereenigd op één punt tot den
strijd behoorde te worden aangevoerd, als wel in het verlangen, om
het voordeel, dat men zich van een gelijktijdig gebruik der geheele
troepenmacht op onderscheidene wel gehozen punten beloofde, niet in
de waagschaal te stellendoor een gedeelte daarvan al dadelijk en
voor dat het de noodige rust genoten had te velde te doen gaan.
Is de veronderstelling niet gewaagddat het geschil tussehen Du
Bus en De Koek van nadeeligen invloed moet geweest zijn op den
Zie de noot bladz. 407.