■nspanning van energieke en stoute aanvoerders kon bedwongen wor den. Een dier aanvoerders was André, Victor, Pacifique Michieis, een waardige plaatsvervanger van Krieger, die met het overschot van het le bataillon op Java achterbleef. Nauwlijks waren Krieger's jagers, waarbij zich toen ook de luitenant Poland bevond in het vuur ge weest, of zij bevestigden den goeden naam, dien zij in garnizoen hadden. In 1832 ging Krieger zelf met het overschot van zijn korps naar Sumatra. Eu daar worden door de jagers, onder hun ouden chef, op nieuw lauweren geplukt, lauweren bij Marapalam en Matoewa, lauweren zelfs op den zoo dichterlijk door den weelderigen van Rij- neveld beschreven terugtocht van Pisang naar Koriri. Na dien rainp- spoedigen tocht was het schoone korps van Krieger reeds tot op de helft gedund. Later werd de korps-kommandant op zijn verzoek naar Java overgeplaatst, maar zijne jagers konden op Sumatra's-Westkust niet gemist worden. In navolging van hetgeen in 1827 was gedaan, achtte het opper bestuur het noodig, om ook in 1S35 een volledig georganiseerd troepenkorps naar Indië te zenden ditmaal evenwel zoo het mij toeschijntmet geheel andere bedoelingen dan in eerstgenoemd jaar. De suppletie voor het leger van Nederlandsch-Indië was voor het jaar 1835 op 1500 man geraamd. Om aan dien eisch gedeeltelijk te voldoen, gaf de minister van koloniën, in het begin van dit jaar, den gouverneur-generaal kennis, dat bij Koninklijk besluit was be paald, dat het lcurps jagers van Cleerens, ter gedeeltelijke voorziening in het inkompleet bij het Indische leger, tijdelijk bij dat leger zou overgaan. Geheel uit vrijwilligers gevormd, vertrok dat korps, ter sterkte van vier kompleete kompagniën infanterie, onder bevel van den tot generaal-majoor-titulair bevorderden kolonel Cleerens, in 1835 naar Java. Daarbij bevonden zich nog circa 200 man kaval- lerie en artillerie, die zich mede voor den Indischen dienst hadden verbonden. Het korps jagers zou op de sterkte van een Indisch ba taillon infanterie gebracht worden. Daartoe zou men nog 2 kompag niën met officieren en het noodige kader aan dat korps toevoegen; 420 generaal J. B. Cleerens had als luitenant-kolonel en kolonel den .Tava-oorlog medegemaakt. Na het einde daarvan, ging hij naar Nederland tn werd, tijdens de Belgische onlustenvolgens H. M. Lange in zijn /iNed. O. lnd. leger ter Westkust van Sumatra" (18191845;, Deel II kommandant van een door hem opgericht en naar hem genoemd jager-korps.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 427