429
De Salis moet verdenken, dat hij, bij zijn betoog, artikel 185 onzer
Grondwet schijnt te kunnen wegredeneerendan moet men toch
billijkheidshalve erkennendat zijn illusiën zonder hoop op verwe
zenlijking Maar Knoop wilde het Indische leger in 1861 met een
zestal bataillons Europeesch voetvolk, eenige ruiterij en artillerie, met
5000 man Europeanen, versterkt hebben. Die spaarlende kan dan,
zoodra er een oorlog uitbreekt op Java vereenigd tegen den een
of anderen Inlandschen vorst of staat ageeren, zoodat onze Indische
troepen met een sterke macht op het oorlogstooneel Verschijnendaar
door den duur der krijgsverrichtingen verkorten en den indruk van
onze wapenkracht verhoogen. Bestaat nu de mogelijkheid vraagt
Knoop om het Indische leger met zulk eene Europeesche spaarbende
te versterken, zonder daarvoor iets anders te nemen dan vrijwilligers,
zonder daarvoor de militie te bestemmen? Ja, dat kan, maar hoe
dat hooren wij niet van den generaal Knoop. Als het Jcandan pleit
het voor 't verstand, waarmede zijn plan wordt uitgevoerd en dan is
die uitvoering de toetssteen van de bekwaamheid der regeering.
Maar als het niet kanals de regeering nu eens zijn plan onpraktisch en
hersenschimmig vindt, zal hij dan zeggen dat die regeering zijn plan,
willens of onwillens, op eene geheel verkeerde wijze heeft ten uitvoer
gelegd? Zal hij dan beweren, dat men zulk eene afdoening van
zaken te vreezen heeft van mannendie, door eene jarenlange behan
deling van regeeringszakenaan vaste vormen en aan een onveran-
derlijken gang van werken gewendterugdeinzen voor alles wat nieuw
is, en met wantrouwen of bespotting ontvangen alles wat met hunne
eenmaal aangenomen begrippen in strijd is of zich beweegt buiten
den beperkten kring hunner denkbeelden en inzichten (f)
Waarom bedankte de generaal Knoop dan zooals ik hoorde
voor het krijgsministerschap, toen hem dat, meer dan eens, werd aan
geboden? Waarom ook, zooals men zegt, om het legerkommando
te aanvaarden over het Indische leger; hij, de man, die alom bekend
staat, als een zeer eerlijk en kundig staatsburger, en op wien
ook het Indische leger trotsch zoude wezen? Waarom dus niet de
kansen gewaagd, om zijn Augias-stal te kunnen schoonvegen en zijne
geliefkoosde organisatieplannen door de volksvertegenwoordiging te
doen goedkeuren? Dan zou hij mannen om zich hebben kunnen
Het Indische krijgswezen. Zie Krijgs- en Geschiedkundige geschriften, Deel IV.
Zie de noot bladz. 426.