432
soldaatte meer nog, omdat de krijgskundige werken van Stieltjes
de algemeene aandacht tot zich trekken en eenmaal poids hebben.
Want hij is geen krijgskundig schrijverdie slechts oog en oor heeft
voor militaire lelangenmaar die de belangen van handelnijverheid,
landbouw en scheepvaart met die van het krijgswezen in harmonie
tracht te brengen. Eerlijker, verstandiger en logischer schrijver dan
de oud-luitenant der artillerie zal men bij onze militaire specia
liteiten moeilijk vindenzelfs zijne antagonisten zullen hem den
lof van groote onpartijdigheid niet weigeren. Uit al zijne werken
spreekt vaderlandsliefde, laat zich het streven duidelijk zien voor
het algemeen belang. Sedert 1843 gaat hij voort, dat belang
door zijne geschriften te bevorderen; die geschriften hebben een
grooten en nuttigen invloed gehad op de vorming van vele Neder-
landsche officieren.
En zelfs een zóó uitstekend schrijver mag niet als profeet erkend
worden. //In ons land" zegt De Roo van Alderwerelt //is men
daartoe veelal te zeer geneigd. Een profeet, op eigen bodem geteeld,
wordt (bij ons al evenmin als elders spoedig geëerd, maar is men een
maal als profeet erkend, gaat men bij het algemeen door voor hetgeen
men noemt een knap man, dan kan men al zeer spoedig zeggen wat
men wil; een knap man kan bij het algemeen niet dwalen."
Eene merkwaardige redevoering was het, die de heer Stieltjes op
30 November 1866 te 's Gravenhage hield in de vergaderzaal dei
Vereeniging tot beoefening der krijgswetenschap; merkwaardig vooral,
omdat in zijn voordracht o. a. werd betoogddat eene goede indeeling
onzer militie de vereeniging der beide Nederlandsche legers veel ge
makkelijker maakt. Maar die vereeniging doelde meer op eene in
eensmelting der beide officiers-kaders en niet op het zenden van ge-
heele regimenten, bataillons of korpsen naar Indië, zoo als dat door
den generaal Knoop wordt verlangd; want dat zoudevolgens
Stieltjes een stelsel zijn, dat vooral in oorlogstijd tot groote ver
liezen door zieken leidt. In deze woorden ligt dus de veroordeeling
opgesloten van Knoop's denkbeelden over eene geleidelijke vereeni
ging van het Nederlandsche met het Indische leger. Zijn stelsel
bestaat, wel is waar, bij het Engelsche leger, maar het meerendeel
der Engelsche officieren geeft de voorkeur 'aan het Nederlandsch-
Indisch stelsel van aanvulling der troepenmacht in de koloniënd. i.
Zie de noot bladz. 431.