met Nederlanders, in verband met eene koloniale reserve in hel
moederland oppert bij het plan, in Nederland een zoogenaamd
Indisch legioen te vormen, uit oude soldaten bestaande, die reeds
een termijn in Indië hebben gediend.
Dat Indisch legioen is dus eigenlijk niets anders dan de tegenwoordig
zoo druk besproken wordende Indische brigade. En met den heer Van
Bees is ook de generaal Van Swieten vóór de oprichting van die
brigade. Ook de heer Stieltjes heeft zich verleden jaar, bij de debatten
in de Tweede kamer, als een bepaalden voorstander van de oprichting
van zulk een korps doen kennen den heer De Boo vergeet ik niet.
En de generaal Knoop?Wat zegt de Nieuwe militaire spectator!
En Weitzel, Netscher en de Indische officieren, die deel hebben uit
gemaakt van de door den minister van koloniën benoemde als ik
het zoo eens noemen mag Indische-brigade-kommissiePOok
zij komen aan de beurt.
Men ziet het, er zijn veel menschen, die over het door mij behan
delde onderwerp geschreven of gesproken hebben, en daarenboven zou
aan het ministerie van koloniën nog wel het een en ander over dit
onderwerp te vinden zijn, dat eene betere afronding kon geven m
dezen arbeid, waarvan het goede resultaat niet van beschouwingen,
maar van feiten en cijfers moet afhangen.
Wordt vervolgd
434
Rotterdam. H. Nijgh, 1860.