van oorlog begraven bescheiden beschikbaar te stellen voor de mede werkers van dat Tijdschrift. Hij vroeg niet, in welken geest men schrijven zou; hij wenschte het intellectueel leven bij de officieren van zijn leger op te wekken. Om op de verdedigings-kwestie terug te komen; waartoe zou ook geheimhouding dienen? Had niet de kolonel De Vaijnes van Brakell daarover een uitvoerig werk geschreven, een werk, dat, al was men het met de strekking en met vele beschouwingen niet eens, toch onbetwistbaar waarde bezat ten aanzien van vele détails; had niet het Tijdschrift van Nederlandsch-Indië een overzicht gegeven van het door den generaal Van Swieten voorgedragen defensiestelsel; was niet door Gevers Leuven, Weitzei, Stieltjes en anderen dat stelsel besproken Worden de prachtige en nauwkeurig uitgevoerde residentiekaarten van Java met m Nederland en in Indië voor weinige guldens verkrijgbaar gesteld, zoodat elk belangstellende ze zich kan aanschaffen? Voor een vijand zou dus niets meer geheim zijnwat uit kaarten of geschriften te lezen is. Zoo als de zaken stonden (en thanson gelukkig genoeg, nog staan) zou het ons, bij een oorlog tegen een buitenlandschen vijand, gaan als den Franscheu in 1870, toen de Duitsche officieren beter op de hoogte bleken te zijn van de belangrijke puuten van het oorlogstooneel dan hunne tegenstanders. De generaal Kroesen juichte dan ook het denkbeeld toe van den redacteur van het Militair Tijdschriftom in dit maandwerk een uit gebreid overzicht te geven van al hetgeen over de verdediging van Indië belangrijks geschreven was. Voorloopig wilde de redactie zich bepalen tot het tegenwoordig nog officiéél aangenomen defensiestelsel van 1853 met hetgeen daaraan was voorafgegaan. De latere corres pondentie, hoe zeer die ook feitelijk het stelsel van 1853 reeds grooten- deels heeft afgebroken, is nóg niet door eene koninklijke beschikking gevolgd en het scheen dus nog ontijdig, haar nu aau het publiek over te geven. Het zou den schijn hebben, alsof men pressie wilde uitoefenen op het Opperbestuur. Op verzoek van de redactie deed de generaal Kroesen dus het voorstel aan de Kegeeriug, om de stukken over de verdediging van Indië tot en met het jaar 1853 ter beschikking te stellen van de redactie van het Militair Tijdschrift. De legerkommandaut betoogde het nut der publiciteit. Maar de heer Van Bosse, toen minister van koloniën, weigerde. 436

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 443