437
De redactie diende daarop een verzoekschrift in aan den Koning.
De generaal Kroesen ondersteunde dat verzoek, inaar de minister
van koloniën, de heer Kransen van de Putte, daartoe door den Ko
ning gemachtigdwees het verzoek af.
Op welke gronden, is ons onbekend. Nu de straksgenoemde mi
nisters reeds zijn afgetreden, hebben wij te meer reden, hen over
hunne weigeringen niet hard te vallen. Maar wat wij hopen, is, dat
een volgend minister van koloniën hij moge zich dan liberaal of
conservatief noemen op de beslissing zijner voorgangers terug zal
komen, ook al zal de redactie van het Militair Tijdschrift daartoe
moeilijk weder het verzoek kunnen doen. Stieltjes en De Roo
van Alderwerelt hebben overtuigend aangetoond, hoe zeer zulks zou
zijn in s lands belang. En, zoo men door de redenen van die twee
kampioenen voor de ware belangen van het leger nog niet overtuigd
mocht zijn, ook Brialmcnt en Trochu.
In 1863 schreef Brip'mont in zijne Etudes sur la defense des
états et sur la fortification o. a. de woordendie aan het hoofd van
dit opstel te lezen staan. Hij toont aan, dat ook ten aanzien der
defensie door wrijving van denkbeelden licht moet ontstaandat men,
door die wrijving tegen te houden, in de duisternis voortwandelt en
lichtelijk verdwaalt (d. i., in Nederlandsch-Indische taal, vestingen
als Soerabaja bouwt die vóór hare voltooiing weder worden gesloopt),
bewijst, dat voor den vijanddie iets omtrent de verdediging eens
lands weten wil, toch geene geheimhouding mogelijk is, en zegt dan:
«Het Britsche bestuur heeft onlangs eene daad verricht, welke de
denkbeelden heeft moeten omverwerpen van de ingenieurs in alle
landendie nog aan den eisch van zwijgen en geheimhouding onder
worpen zijn. Het heeft het onderzoek omtrent het verdedigingsstelsel
van Engeland doen drukken en aan het publiek overgegevenonder
overlegging van de processen-verbaal der zittingen, de verhooren, de
beschouwingen zijner beste generaals en vlootvoogdende plannen der
havens, de gedane peilingen, de plaatsing der nieuwe forten, de be
rekening der garnizoenen en uitrustingen en eene menigte verdere
bijzonderheden.
"Heeft Engeland aldus, door alle regels en traditiën te schenden,
zijn verdedigingsvermogen verzwakt? Geenszins; het heeft slechts
aan ieder medegedeeld, wat Erankrijk alleen, sedert lang, door zijne
gezanten, agenten en spionnen wist.