438 //Wij zijn van meening, dat, hetgeen men verbergt, over het alge meen verdient verborgen te zijn, en dat de goede denkbeelden, even als de schoone daden, niet minder worden, wanneer zij aan het heldere daglicht zijn blootgesteld. //De geheimhouding mag voordeelig zijn voor middelmatigheden, die het vertrouwen genieten van het Gouvernement of van den Vorst, maar de wetenschap, die zich ontwikkelt door openbaarheid en be strijding, is er nooit door gebaat geworden." En Trochu? In 1867 schreef deze, in zijn bekend werk //Sommigen zullen mij verwijtingen doen en het'sterk afkeuren, dat ik het publiek meng in beschouwingen omtrent de krachtige en zwakke zijden van het Fransche leger. Ik antwoord hun, dat de tijd reeds lang uitspraak heeft gedaan over het nut der geheimhou ding in militaire aangelegenheden, waartoe de Gouvernementen door bekrompen geesten werden geleid. Meu dacht, dat de overwinningen van een leger verzekerd, dat handel en industrie bevorderd zouden worden door geheimen. Tegenwoordig, bij onbeperkte openbaarheid en voortdurend verkeer der volkeren onderling, is die geheimhouding nutteloos en onmogelijk. Thans zullen die legers het meeste voor hebben, die, open kaart spelende, hunne vechtwijze en hunne middelen van verdediging aan de meest uitgebreide bespreking onderwerpen, en deze met. de middelen en de vechtwijze van andere legers, die zij met zorg moeten nagaan, vergelijken Men heeft Trochu in Frankrijk niet willen hooren, en daarvan in 1870 de wrange vruchten geplukt. Geene geheimhouding van ons defensie-stelsel, zeide Stieltjes meer dan eens in onze volksvertegenwoordiging; het is niet alleen nood zakelijk, maar ook hoogst nuttig, om elk stelsel van verdediging, ter voorkoming van eenzijdige en partijdige oordeelvellingen, aau de openbare bespreking te onderwerpen. Maar de Oud-soldaat sprak te vergeefs. De Roo van Alderwerelt noemt de geheimhouding van de verschil lende zienswijzen over de verdediging, zou die geheimhouding mis schien een paar eeuwen geleden nog doel kon treffen, in onze eeuw van openbaarheid eene anomalie. Aangenomen bovendien, zegt hij, dat de regeering, door openbaarheid te geven aan de over het Indisch

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 445