Engelandde eerste zeemacht der wereldheeft vele millioenen geofferd voor zijn vloot; in weerwil daarvan was zijne heerschappij ter zee in den tijd van Nelson meer verzekerd, dan tegenwoordig. Vroeger bestond de Engelsche oorlogsvloot uit schepen van één soort, die bij de grootste bezwaren elke expeditie ter zee konden onder nemenen op gunstige omstandigheden wachtten, om des te zekerder den vijand te overwinnen. Tegenwoordig heeft Engeland 57 pantser schepen met eene snelheid van 8 tot 14 mijlende meerdere snel heid der nieuwste schepen is bij manoeuvres met de geheele vloot zonder waarde, omdat de slechteren hen niet kunnen volgen. Bij deze pautservloot heeft Engeland schepen, die hoogstens voor 4 tot 9 dagen kolen kunnen bergen; schepen, die in geringe mate tegen de zee bestand zijnreeds bij matigen golfslag beginnen te slingeren, en dus onbruikbaar zijn, op een tijdstip, waarop een groot gedeelte van de houten vloot nog in staat is, om te vechten. Het zal bijkans onmogelijk zijn, met zulk een vloot grootere expeditiën te onderne men, want met zeilen loopen deze kolenvreters haast in het geheel niet, en wij zouden haast zeggen, dat al dat aan de zware tuigen besteede geld een nutteloos uitgegeven kapitaal is, dat nooit interest zal opbrengen, en altoos ontzaglijke sommen voor onderhoud eischt. Ziet men ook al, nu en dan, gepantserde schepen onder zeil, zoo beweren wij toch, dat dit, met weinige uitzonderingen, een doel loos spel is. De verdedigers van de bruikbaarheid der gepantserde schepen noemen de expeditiën der Engelsche schepen //Magdala" en '/Ocean" naar de Indische en Chineesche wateren als bijzonder ge wichtig op, maar zulke proefschepen worden gewoonlijk zoodanig afgezonden, dat zij de gevaarlijkste wateren in het gunstigste jaar getij bereiken. Zij kunnen, terwijl het juist vrede is, hun wegnaar verkiezing zoekenen kolen innemen op de meest geschikte plaatsen en wel zeker ziet men de schepen vertrekken met den vromen wensch, dat een gelukkig noodlot hen voor zwaar weer en stormen moge behoeden. Voorts zullen wij uit eenige beschouwingen zien, in hoever het pantser tegen de schoten in den nieuwsten tijd bestand is. Ook daarbij kiezen wij de Engelsche pantservloot. Indien wij de ver schillende pantsers bij. de Engelsche pantservloot beschouwen, zoo vinden wij een verschil in sterkte van af 4j- Eng. duim bij de //Re- search"-soort, tot 14 duim bij de //Devastation." Wij zullen alleen deze laatste soort in beschouwing nemen, omdat het eene al- 449

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 458