467 matting, ellende, enz.; hoeveel, oud vóór hunnen tijd, als gevolg van het afmattend indisch klimaat, met onherstelbare kwalen en ge breken ten grave dalenof met een karig pensioen of karigen on derstand in het vaderland terugkeeren, zonder den hoofdofficiersrang, na een leven van ontbering Neen, is werkelijk verhooging noodzakelijk, en die noodzake lijkheid is geconstateerddan vereischen de inkomsten der lagere officieren evenzeer verbetering als die der hoogerendan moeten allen gelijkelijk worden bedeeld en moet geen schijnvertooning van hooge hoofdofficiersinkomsten afleiden van de behoeften der subalternen. Als gelijk de Minister zegt reeds in 1816, toen een luite nant f 125,— per maand genoot, de tractementen bepaald onvol doende waren, zoodat in 1828 zelfs dagorders met beloften voor de toekomst werden noodig geacht om den geest van ontevredenheid te bezweren, en als de Minister dan zegt, dat het leven in Indië nu misschien tweemaal duurder is dan toen, wat kan men dan zeggen van eene tractementsverhooging, waarbij den 2en luitenant f 162,50, dus slechts 30 pCt. meer dan in 1816, of, om het gunstigste deel te nemen, (d. i. het oudste 1/s) f 170,dus 35 pCt. meer dan destijds, wordt toegelegd? Wij houden ons overtuigd, dat de door den Minister aangege ven maatstaf van meerdere duurte vrij juist is, en dat men, bij de infanterie b. v., zal moeten komen tot ƒ450,ƒ350,en 250, voor de kapiteins, de le en 2C luitenants, om van eene geregelde aanvulling van het officierskorps met kundige personen zeker te zijn. Stellig zal men, na de tractementsherziening zooals die thans geschied is, evenmin als in vorige jaren een voldoend aantal //we tenschappelijk ontwikkelde" personen in het leger zien treden. De ondervinding leert dit nu reeds ten aanzien van de militaire genees- heeren en genieofficieren. Aan burgerlijke doctoren en ingenieurs zijn schoone aanbiedingen gedaan zoo zij in de gelederen willen plaats nemen. Wat heeft het gebaat? Men kan op andere wijze beter aan den kost komen. Voor hen, die niet uit zuivere vocatie den militairen stand kiezen, is het noodig, betere vooruitzichten te ope nen anders komen zij niet. Wij willen ons in 't algemeen onthouden van vergelijkingen met de inkomsten der civiele ambtenaren. Dergelijke vergelijkingen, vaak ■eenzijdig, hebben over het algemeen geen nut. Maar we moeten er

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 476