470 levengeen gelegenheid tot uitspanning voor lichaam en geest zoo als dat in Europa het geval is; het ligt voor de hand, en het is, uit het oogpunt der moraliteit, zeker toe te juichen, dat de Indische officier zich dat wil vergoeden door een aangenaam huiselijk leven, dat hem het verblijf in kleine garnizoenen dragelijk maakt. Ver ver wijderd van de familiebanden in het moederland, schept hij zich nieuwe; zonder deze zou menigeen moreel ten gronde gaan, zooals dan ook met menigeen het geval is geweest. Een betrekkelijk groot deel der luitenants is, blijkens de statistiek, gehuwd. De ineesten der gehuwden hebben kinderen. En daar het verkrijgen van een aangenaam, gezellig tehuis op den voorgrond stond, hebben zij niet gevraagd of de aanstaande geld medebracht. De hu welijken der Indische officieren zijn meer r/mariages di amour" dan vmariges de raisonof nmariages de convenanceDe regel is dat noch man, noch vrouw, gefortuneerd zijn. Behoeven wij nog te zeggen, dat de luitenant van tien, twaalf jaren dienst, die gehuwd is en kinderen heeft, met zijne 200, per maand, ook bij een matig aantal overplaatsingen bepaaldelijk armoede lijdt? Hij, die weet, wat het leven in Iudië kost, is dat zeker met ons eens. En wordt die luitenant eindelijk kapitein, ook zijn huisgezin vermeerdert, de kinderen kosten meer aan opvoeding en onderwijs; hij blijft armoede lijden, om eerst in den rang van hoofd-officier zoo hij dat wordt-een onbekommerd bestaan te vinden. Wij weten, dat er luitenants en kapiteins zijn, die geen kans zien, het schoolgeld voor hunne kinderen te betalen; dat er zijn, die in Indië, waar goede voeding meer dan elders eene levensvoorwaarde is, nagenoeg geen vleesch etendie geen behoorlijk ontbijt hebben, maar zich goedkoopheidshalve moeten vergenoegen met rijstin verschil lenden vorm gekookt of gebakken Zoo is hetook nadat de tractementen zijn verhoogd met nog geen 8 percent. Thans nog eenige woorden over de verhoudingen der tractementen na de herziening: De verdeeling in klassen, voor de le en 2C luitenants, heeft naar onze meening, bij de betrekkelijke geringe verhooging, een groot nadeel. Van de aanstelling tot 2el1 luitenant tot aan zijne bevorde ring tot kapitein heeft de infanterie-officier (dus tegenwoordig in 13 h 14 jaren tijds) drie malen eene verhooging, telkens van enkele

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 479