473 Dat leger is ook thans weder, in vergelijking van het vorige jaar, in getalsterkte achteruitgegaan. Overal is groot incompleet, het wapen der genie dreigt uit te sterven. Nieuwe verhooging der tractemen- ten, voornamelijk van de subalterne officieren, is noodig om te voorzien in het incompleet, dat zoo nijpend is, dat men in 1874, trots alle programma's van examen, een 20-tal officieren zonder examen heeft moeten aanstellen. En ofschoon wij niets op dezen persoonlijk willen afdingen en zij misschien even kundig, wellicht nog kundiger zijn, dan vele hunner collega's, ofschoon we hen niet willen en kunnen beoordeelenweten we toch weldat, als de nood zakelijkheid tot herhaling dwingt, het gehalte van het officierskorps meer en meer zal dalenen dat zou treurig zijn. Wij eindigen met de aandacht der machthebbenden te vestigen op de volgende woordenwelke in eene zitting der Tweede Kamer van de Stateu-Generaal door den heer Bredius, min of meer gewijzigd, werden uitgesproken //Elk arbeider is zijn loon waard. Het Indische leger in het al gemeen, en de officieren, die het hier betreft, in het bijzonder, mo gen in de volle beteekenis des woords arbeiders genoemd worden, maar het loon, dat zij tot nog toe ontvangen is, het wordt door iedereen erkendte gering voor den arbeiddie zij verrichten. //Kan de staat de noodige verhooging niet dragen, dan zou men kunnen zeggenals ge dat niet kuntreduceer dan uw leger. Maar ook dat kan niet, want we hebben dat leger in Indië noodig. Welnu, zoo dat niet kan, dan begaan wij eene groote onbillijkheid, door, op grond dat het niet schikt wat meer geld te gevendat leger te onthouden wat wij werkelijk verschuldigd zijn te betalen."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 482