495 het moet het legerbestuur in Indië volkomen vrijstaan, haar te ontbinden eu over de verschillende garnizoenen en veldbataillons in Indië te verdee- leuop dezelfde wijze als tot dus verre geschiedde met de suppletie-troe pen. Dit punt heeft de kommissie op den voorgrond moeten stellen, om dat het van overwegend belang is op de organisatie der brigade; want wanneer de oprichting der Indische brigade mocht leiden tot de uit zending van volledig georganiseerde korpsen naar Indië, dan zou zij, naar de overtuiging der kommissie, meer kwaad dan goed doen. Het West-Indische leger zou voortaan moeten bestaan uit detache menten van de brigade. Voor de bepaling der sterkte van dit korps moest de kommissie derhalve weten, of het in de bedoeling der regee ring lag, de formatie van het West-Indische leger op den tegenwoor- digen voet te handhaven dan wel te wijzigen. Aan de kommissie is daarop medegedeeld, dat de regeering de legersterkte der West-In dische koloniën wil brengen: zz, voor Suriname, op 2 kompagniën infanterie, van iets minder dan 200 man, en een detachement artil lerie van ongeveer 40 man; en, voor CuraQao, op ééne kompagnie infanterie. Die detachementen moeten om de twee jaren afgelost worden, want door het eentoonige, weinig aktieve leven in die kolo niën zouden zij, bij een langer verblijf aldaar, in gehalte verminde ren. Elk jaar zal dus eene kompagnie infanterie eu een half detachement artillerie naar Suriname, en om de twee jaren eene kompagnie infanterie voor aflossing naar Curacao moeten worden gezonden. Met deze aflossing verloopen evenwel eenige maanden, zoodat men daarop spe ciaal zal moeten rekenen bij de sterkte-bepaling der brigade in Nederland; want van het tijdstip, waarop de tot aflossing bestemde troepen Nederland verlatentotdat de afgeloste troepen weder bij de brigade in Nederland zijn ingedeeld, is dit korps feitelijk verzwakt. Men zal daarom behooren te zorgen, dat, niettegenstaande die ver zwakking, de troepenmacht kompleet is, die men oordeelt, in buiten gewone omstandigheden te kunnen noodig hebben ter versterking van de strijdmiddelen in onze overzeesche bezittingen. Of dit evenwel met het oog op de hierboven omschreven vierle dige bestemming der Indische brigade mogelijk is, meen ik te moeten betwijfelen. Hoe sterk moet de voor buitengewone omstandigheden voor Indië beschikbare troepenmacht zijn Een vasten grondslag voor eene raming had de kommissie niet. De sterkte-bepaling zal dus altijd min of meer willekeurig moeten zijnmaar men zal moeten zorgen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 504