501 gezonden militairenvolgens de door regeering en volksvertegenwoor diging ontwikkelde denkbeelden bij de behandeling der wet van 17 Juni 1S73niet zonder bedenking. Tot dusverre gold de bepaling, dat de wegens lichaamsgebreken gepasporteerde militairen in geen geval meer voor den Indischen dienst mochten worden aangenomen; eene bepaling, die haar grond vindt in de overweging, dat die mili tairen al herstelde hunne gezondheid zich in Nederlandlicht toch weder voor den dienst ongeschikt zouden wordenwanneer zij in het tropisch klimaat terugkwamen. Nu wil de regeering het blijkbaar juist niet zóó ver laten komen, dat de militairen voor altijd ongeschikt worden voor den dienst; men wil de militairen, die beginnen te lij den aan kwalenwelke in het tropisch klimaat moeten toenemen doch in een gematigd klimaat weggenomen zouden kunnen worden, niet zoo lang in Iudië laten als tot dus verre het geval was, maar spoedig naar Nederland zendenom bij de brigade te dienen en na herstel van gezondheid terug te keeren. De kommissie vreest evenweldat men bij dien maatregel veel teleurstelling zal ondervindentenzij die met de grootste behoed zaamheid worde toegepast. Het is van overwegend belang, dat de brigade in Nederland uit volkomen valide troepen besta, daar anders het doel niet wordt bereikt, om te allen tijde eene voor den aktieven dienst buiten Europa geschikte macht gereed te hebben. Wanneer nu bij de brigade militairen worden opgenomendie wegens ziekte uit Indië gezonden wordendan zullen deze althans, tenzij de zeereis hen reeds heeft genezen, niet aanstonds voor buiteugewone omstandighe den beschikbaar zijn. Misschien zullen zij zelfs geruimen tijd noodig hebben, om zoo volkomen te herstellen dat zij weder voor den dienst in een tropisch klimaat geschikt zijn. Van den anderen kant wordt de gelegenheid geopend tot misbruiken bij het leger in Indië. Im mers, het is te verwachten, dat vele militairen, verlangende naar een zij het ook kortstondigverblijf in Nederland, zullen trachten, zich tijdelijk ongeschikt voor den dienst in Indië te doen verklaren. De kommissie heeft hierop gewezen, niet om de indeeling bij de brigade' van de hier bedoelde militairen te ontraden, maar om te doen ziendat men daarmede uiterst voorzichtig zal moeten zijn. Naar hare meening zal de regeering moeten bepalen, dat geene zieke militairen uit Indie ter indeeling bij de brigade naar Nederland mogen worden gezondendan nadat door eene geneeskundige kom missie is verklaarddat zij wel tijdelijk voor den dienst in Indië on-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 510