510 Helgoland eu in Canada garnizoen hebben gehoudennaar Engeland terug te keerenen later van daar naar St. Helena en Zuid- Amerika, West-Indië en Guyana, Britsch-Indië en Aden, Nieuw- Zeeland en Australië te gaan. Na een verblijf van een kwart eeuw in die koloniën, waarin zij zooveel mogelijk eene geleidelijke verplaat sing van de minder heete naar de zeer heete luchlstrekken ondergaan, komen zij in Engeland terug. Nu vraag ik, wat is er dan na vijf en twintig jaren van die korpsen, behalve het regimentsnummer, overgebleven? Het zijn geheel nieuwe korpsen geworden. Wat is dus het Eugelsche stelsel anders dan het Nederlandsche supplétiestelsel Die Eugelsche regimenten in de koloniën hebben hunne dépots in Engeland; die dépots zijn voor elk regiment, wat het koloniaal werf- dépöt te Harderwijk voor het geheele Indische leger is. De aan vullingstroepen van die regimenten zijn dus de supplétie-troepen voor onze koloniën. Terwijl door een der oud-kommandanten van het Britsch-Indische leger ik bedoel Sir William Mansfield aan het Engelsch opper bestuur het voorstel werd gedaan, om den dienst op Mauritius, Singapore, Hongkong, enz., uitsluitend door koloniale troepen te laten doen en het aantal Europeesche regimenten in Britsch-Indië te doen verminderen; terwijl Eugelsche officieren ons supplétie-stelsel boven het Engelsche systeem van aanvulling en onze koloniale leger- urganisatie boven de Engelsche verkiezen, worden bij ons mannen ge vonden als Knoop en De Roo van Alderwerelt, die dat Engelsche systeem aanprijzen; een stelsel, waardoor het verband tusschen de Europeesche en Inlandsche elementen bij de korpsen van het Indische leger, door die periodieke aflossing der Nederlandsche bataillons, telkens verbroken en de waarde van onze Inlandsche militairen veel minder zou worden. Er zijn denkbeelden, die veel aaulokkelijks hebben. Gaan deze uit van een standpunt, waarop de waarnemers geen ruimen en diepen blik hebben kunnen werpen op het veld hunner beschouwingen, dan wordt, zijn die beschouwingen mooi gesteld, menig oningewijdeniet deskundige, door hen medegesleept. Het groote publiek praat mede, en de waarnemers weten niet beter of zij hebben gelijk. Hiertegen moet men waken. Indische generaals, zoo als Riesz, Cochius en Van der Wijck, Storm van 's G-ravesande en Netscher.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 519