514 Alderwerelt 3000 en die van Stieltjes 4000 vrijwilligers moet be dragen. Maar al hunne wenschen zullen vrees ik vrome wenschen zijn. De levensvatbaarheid der Indische brigade is fiktief, maar dat korps is bovendien niet noodig voor het Indische leger; zoolang het bestaande suppletie-stelsel goed werkt, kan men eene Indische reserve in het moederland missen. In 1827 kon men voor twee dukaten 4650, in 1848 voor tien gulden 3000, maar in 1873 voor twee honderd en veertig gulden handgeld met zeer veel moeite 4000 vrijwilligers voor het Indische leger aanwerven. Die 4650 man van 1827 waren allen Noord-en Zuid-Nederlandsche soldaten, die 3000 vrijwilligers van 1848, op een 500 man na, allen Nederlandersmaar hoeveel vreemdelingen had men wel bij de 4000, hoofdzakelijk voor den oorlog tegen Atjeh aangeworven strijders van 1873 Toch was het Vaderland in gevaar en, volgens het drijven van zekere partij in Indië, de kolonie op den rand des afgronds; maar de strijdwoede der Hollandsche burgers bleef in dat gevaar vrij kalm. Ik stel daarom de vraagals men in tijd van oorlog in Indië met zeer veel moeite 4000 vrijwilligers, waaronder vele vreemdelingen, voor het Indische leger kan aanwerven, hoe zal men dan in tijd van vrede in Nederland een korps vrijwilligers van 2000 man voor het Nederlandsche leger kompleet houden. Door hooge handgelden Meer dan f 240 h 300 zal men wel niet voor Nederland geven. Door hooge soldijen en schoone vooruitzichten op het gagement en eene goede verzorging op den ouden dag Dan houdt men geen enkelen vrijwilliger bij het Nederlandsche leger en het korps mariniers over. En zelfs met het nemen van dergelijke ongelooflijke maatregelen meen ik te moeten betwijfelen of zij nog voldoende zouden zijn, om eene Indische brigade in Nederland op kompleet te houden. Het Nederlandsche leger ontbreekt 50 pCt. van zijne vrijwilligers; het korps mariniers is verre van voltallig; en de andere vrijwilligers gaan als suppletie-troepen naar Indië. Hoeveel vrijwilligers schieten er dus over voor de Indische brigade?... De jaarlijksche suppletie voor Indie neem ik aan gemiddeld 1500 man te bedragen en de sterkte der Indische brigade reglementair 2000 man. Voeg hierbij nog de vrijwilligers van het Nederlandsche leger en het korps mariniersdan krijgt men een totaal van vrijwil ligers, dat alleen bij dat leger present moet zijn! Zooveel ontbre ken er dus bij leger en marine. Wanneer men ooit het Indisch

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 523