544 bezette lauden houdt op en kan slechts door het militair gezag wor den toegelatenvoor zoover dit zulks onvermijdelijk acht. 2. De diplomatieke en konsulaire ambtenaren van onzijdige mogend heden kunnen van de oorlogvoerende partijen de vergunning eischen, om ongehinderd het oorlogstooneel te verlaten. Wanneer de militaire belangen dit volstrekt onvermijdelijk maken, kan de beschikking op een dergelijk verzoek tot een meer gelegen tijdstip worden verdaagd. 3. De personen, aan wie de eene oorlogvoerende mogendheid toe gestaan heeft zich met de andere in betrekking te stellen, en die zich met eene witte vlag en vergezeld van een trompetter (hoornblazer of tamboer) aanmelden, worden als parlementairs erkend en genieten voor hun persoon onschendbaarheid. 4. De opperbevelhebber, tot wien een parlementair gezonden wordt, is niet verplicht hem onder alle omstandigheden en onder dezelfde voorwaarden te ontvangen. Het staat den opperbevelhebber boven dien vrijalle noodige maatregelen te nemenom den parlementair te beletten van zijn verblijf binnen de vijandelijke liniën ten nadeele des vijands gebruik te maken 5. Zoo een parlementair, zich tijdens een gevecht bij den vijand aanmeldende, gewond of gedood wordt, zal dit feit op zich zelf niet als eene schending van het volkenrecht worden beschouwd. 6. De parlementair verbeurt het recht van onschendbaarheid, wan neer het stellig en overtuigend bewezen wordt, dat hij van zijne bevoorrechte positie heeft gebruik gemaakt, om inlichtingen in te winnen of tot verraad aan te zetten. Hoofdstuk II. Over de kapitulatiën. 1. De voorwaarden der kapitulatiën worden door de kontraheerende partijen in gemeen overleg geregeld. Eenmaal vastgesteld zijnde, moeten zij door de beide partijen met nauwgezetheid worden nageleefd, Hoofdstuk III. Over wapenstilstanden. 1. Een wapenstilstand doet de krijgsoperatiën voor een door de oorlogvoerende partijen in gemeen overleg vastgestelden tijd staken. Indien deze tijd niet is vastgesteldstaat het aan ieder der partijen vrijde vijandelijkheden te allen tijde weder op te vatten, mits den vijand daarvanovereenkomstig de bepalingen der overeenkomstin tijds aanzegging doende.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 553