546
Over het schieten der havallerie. //Het paard is het beste wapen
van den ruiter.1'
Deze oude ruiterspreuk moge als inleiding aan het hoofd der
navolgende beschouwingen staanom vooraf de gedachte te voor
komen, als werd eene verzwakking van het ruiterlijke element
van het wapen beoogd, en als ware het ons doel, eene infanterie
te paard in het leven te willen roepen, zoo als reeds zoo dikwijls
beproefdmaar steeds gebleken isin zichzelf eene tegenstrijdigheid
te zijn.
Juist in tegenstelling daarvan zijn de volgende regelen ontsproten
uit den wensch, iets te mogen bijdragen, om de kavallerie in elk
opzicht en met volkomen handhaving van haar eigenaardig karakter,
zoo doelmatig mogelijk te doen worden.
De vraag, of men de kavallerie, vooral de lichte, met een dege
lijker vuurwapendan revolver of pistoolmoet voorzienkan men,
na de veldtochten van 1866 en 1870/71, beschouwen als in toe
stemmenden zin te zijn beantwoord.
De Pruisische lichte kavallerie had in beide veldtochten een dusdanig
wapen, de zündnaald-karabijn.
De in 1866 tegenover haar staande Oostenrijksche kavallerie was
maar gedeeltelijk, en dan nog maar sedert kort met een gelijksoortig
wapen voorzienen in behandeling en gebruik van dit wapen weinig
geoefend. Het korte tijdperk des oorlogs, het geheele ontbreken
van eenen, door de deelneming der bevolking gesteunden en met
het gebruik van alle voordeelen van het terrein gevoerden kleinen
oorlog, heeft de gelegenheid laten ontbreken, de zündnaald-karabijn
in alle opzichten te beproeven.
Een andere toestand deed zich op in den veldtocht tegen Erankrijk,
vooral in het laatste gedeelte. De Eransche kavallerie, vooral de
uit Afrika overgekomen regimenten, chasseurs d'Afrique, Spahis en
grootendeels ook de Goums waren niet alleen met vèrschietende ge
weren gewapendmaar ook in het gebruik daarvan geoefend. Op
afstandenwaarop de minste oneffenheden van het terrein hun tot
dekking tegen de Duitsche ruiters strekten, sprongen zij van de
paarden, vuurden op paard en man, dikwijls met goed gevolg, en
waren verdwenen, lang voordat de kogel uit de zündnaald-karabijn,
dan wel de sabel der hen vervolgende huzaren hen bereiken kon.
Duitsche officierenin het schieten geoefenddie zich van zulke
vèrschietende Eransche karabijnen hadden meester gemaakt, stelden