550
ook thans die manschappendie getoond hebbenbijzonder vertrouwd,
omzichtig en bekwaam te zijn; waarom zal men nu niet ook een zeker
getal voor het gevecht te voet bijzonder geschikte en geoefende lieden
hebben en trachten te oefenen. Daarmede wordt niet bedoeld, dat
deze manschappen iets vooruit zouden moeten hebben bij hunne ka
meraden, alleen wordt dan gelet op de geschiktheid van enkele lieden
voor dezen bijzonderen dienst, en die geschiktheid aangekweekt, zoo
als wij dit bij het rijden reeds in ruime mate en met beste uitkomst doen.
Indien men alle zich voordoende gelegenheden, zoo als: appel,
exercitie te voet, gjmnastie, theorie, marschen naar en van het schiet-
terrein enz., gebruikt, om de manschappen op doelmatige wijze in het
bepalen van afstandenin het opmerken en gebruiken van terrein-
voorwerpen te oefenen, zoo kan men wij spreken uit ondervinding
wel verblijdende resultaten verkrijgen.
Wel is het waar dat ook hier, zoowel op het oefeningsterrein als
te velde, de goede uitslag in de eerste plaats van de officieren afhangt;
zij moeten zelf volkomen op de hoogte zijn der détailsten einde,
door onderwijs en voorbeeld, den man te kunnen leerenhoe ge
wichtig deze oefeningen zijn; en zij moeten hem de middelen aan de
hand geven en den weg wijzen, om daarin eene voldoende zekerheid
en bekwaamheid te verkrijgen.
Het schieten is eene edeledoor onze kameraden dikwijls met liefde
nagejaagde uitspanning; en de jacht op hert en ree geeft menigvuldig
gelegenheid, om studiën te maken, die uitmuntend bruikbaar zijn
voor den dienst, waarmede wij ons in deze regels hebben bezig ge
houden. Men zie in het gevecht te voethet tirailleeren en het daarbij
altoos voorkomende schieten een jacht, en deze oefeningen zullen veel
van het vervelende verliezen, dat haar tot nu nog in het oog van
hartstochtelijke kavalleristen aankleefde. Schijver dezes behoorde in
zijn tijd tot de tegenstanders van deze oefeningen, doch hij moet ze
thans, na opgedane oorlogsondervinding, ten zeerste aanprijzen.
Alle berichten over de verrichtingen der kavallerie in den laatsten
veldtocht leggen min of meer nadruk op het gewicht en het nut van
het gevecht te voet; wij voeden daarom de hoop, dat onze overden
kingen niet met onwil door onze kameraden zullen ontvangen wor
den, maar er toe zullen bijdragen, ons schoon wapen ook inde aan
gegeven richting tot hoogere volkomenheid op te voeren.
(Uit Die fedetté).