563 leger moet dus het bereiken van dat doel mogelijk maken. Het wapen der infanterie in ons leger het hoofd wapen zijnde, zoo willen wij onze volgende beschouwingen hieraan wijden. I. Wij stellen ons nu de vraag: Is (le tegenwoordige samenstelling der infanterie zoodanigdat daarmede het einddoel van het leger kan worden bereikt? Bij onze volgende beschouwing laten wij den tegenwoordigen ab- normalen toestand, gedurende den oorlog met Atjeh, met betrekking tot de standplaats der troepen en de buitengewone aanvulling, geheel buiten rekening en nemen als basis het jaar 1872, vóór het uitbreken van dien oorlog. Stellen wij nuom een antwoord op bovengestelde vraag te krijgen, met betrekking tot het 1° gedeelte van het einddoel van ons leger (zie boven) dat eene vreemde mogendheid ons den oorlog heeft ver klaard en zich voorneemt ons onze koloniën te ontnemen. Het is eene gevestigde overtuiging, dat wij met ons leger den ge- heelen archipel niet kunnen verdedigen. Wij zullen ons dus tot de voornaamste punten moeten bepalen, en wel voornamelijk tot Java, daar dit eiland natuurlijk het object van den vijand zal zijn. Yerder zouden wij Sumatra om zijne belangrijkheid ook bezet houden, en ook nog eenige belangrijke punten in zooverre dienen te bezetten, dat het den vijand niet mogelijk zij, zich zonder slag of stoot van die punten meester te maken. De alsdan beschikbaar komende troepen worden naar Java teruggetrokken. Volgens de begrooting voor 1872 was onze infanterie samenge steld als aangetoond op Staat A. Met uitzondering eener kleine wijziging omtrent Palembang en Benkoelen is deze samenstelling op het oogenblik nog dezelfde. Wij berekenen echter de Afrikanen als Europeanen. Op Java zijn dus: Eur. Inl. 14 veld-bataillons 4974 5111. 3 subsistentenkaders 243 905. Aannemende dat men van de buitenbezittingen kan terugtrekken, (behalve ruim 100 officieren) 1000 2500. 6217 8516. dan geeft dit een totaal van 14.733 man.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 572