567 deelen, tenzij men de geheele kaders uit hun verhand rukte, door de verschillende kommando's door de opvolgers te doen waarnemen. Doch slaan wij ten slotte een oog op de expeditie naar Atjeh. Ook hier werden geheele bataillons gebezigd, doch niet volgens de bestaande formatie. Zij waren gebracht op 8 kompagniën en daarbij ingedeeld 2 hoofdofficieren en 2 adjudanten, en verdeeld in 2 halve bataillons, met andere woorden of liever feitelijk in ouderdeelen ter sterkte van 4 kompagniën, onder afzonderlijke aanvoerders en dus geheel in staat zelfstandig op te treden. Het waren mooie bataillons die op expeditie gingen.... doch, helaas!.... ten koste van het overige gedeelte van het leger. Want ten einde die 2 nieuwe kompagniën per bataillon samen te stellen en de overige op eene behoorlijke sterkte te brengen, werden bijna alle overige bataillons, zoowel wat betreft officiereu als manschappen, geheel uit hun verband gerukt, en het natuurlijk gevolg was, dat die bataillons op dat oogenblik zeer weinig gewicht in den schaal konden leggen. Wij hebben bataillons gekend, die nog 300 man te velde zouden hebben kunnen brengen. Wij kenden kompagniën waarbij nog aan kader waren overgebleven (want dit is het ware woord) 2 Europ. sergeanten4 Tnl. sergeanten en 3 Inl. korporaal bij eene andere: 1 Eur. sergeant, 2 Eur. korporaals, 3 Inl. sergean ten en 1 Inl. korporaal. Doch genoegieder ligt die toestand nog versch in het geheugen,ja zij bestaat op het oogenblik zelfs nog. Dit zijn de treurige gevolgen van bovengenoemde maatregel, doch slechts indirect zijn zij aan dien maatregel toe te schrijvenwant de ware oorzaak is gelegen in de niet-deugdelijkheid der formatie onzer infanteriedie zulk een maatregel noodzakelijk maakte. Door bovenstaande beschouwingen is, dunkt ons, duidelijk aangetoond, dat het antwoord op de door ons gestelde vraag in ontkennenden zin moet worden gegeven. II. Het is niet genoeg, het bestaande af te keuren en alleen de nood zakelijkheid eener wijziging aan te toonen; wij willen dan ook nu onze denkbeelden hieronder laten volgen omtrent eene organisatie der infanterie, die naar onze bescheiden meening die infanterie, in verband met de andere wapensin staat zou stellenhet einddoel van het leger te bereiken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 576