574
houding zooveel mogelijk gunstiger te doen worden, (bij onze voor
gestelde organisatie in acht genomen). 2e. Het versterken van het
Europeesch gedeelte van het leger, zelfs bij de tegenwoordige ver
houding en te meer nog bij eene verbeterde verhoudingheeft zijne
grenzen. Eu wij twijfelen, of die grens niet spoedig zou worden over
schreden.
Uit eenige voor ons liggende statistieke opgaven blijkt, dat het
Europeesch gedeelte van ons leger uit 78 pCt. Nederlanders en 22
pCt. vreemdelingen bestaat. Verder blijkt uit die tabellen, dat de ge
middelde sterkte 12000 Europeanen is, zoodat daarvan 9360 Ne
derlanders zijn. Het Nederlandsche leger bestaat uit 6000 vrijwil
ligers en 5 lichtingen miliciens a, 12000 mandat is 66000 man
daar de bovengenoemde 9360 bijvoegende, verkrijgt men een totaal van
ruim 75000 man, die aan den krijgsdienst deelnemen, of wel ruim 47s
pCt. der bevolking. Er is niet een land in Europa, dat zooveel krijgs
dienst van zijne inwoners vraagt.
Dit verklaart duidelijk de vele moeielijkheden, waarmede de aan
vulling van ons leger veelal gepaard gaat. Van het Nederlandsche
volk mogen wij dus billijkerwijze niet veel meer verwachtenen wij
zullen dus onze toevlucht tot vreemdelingen moeten nemendoch ook
hier moeten wij voorzichtig zijn, ds grenzen niet te overschrijden.
Nemen wij nu aan, dat de sterkte van ons leger nog met 600 a 700
Europeanen kan verhoogd worden, en dat wij in staat zijn, alsdan voor
eene geregelde aanvulling in de toekomst te zorgen. Rekenen wij
verder dat hiervan 570 man voor het wapen der infanterie bestemd zijn.
Wij zullen dus kunnen beschikken over 8130 570, dat is 8700
Europeanen (f) en 12709 inlanders, en wenschen die nu in te deelen
als hierneven op Staat B. is aangegeven.
Deze staat behoeft geene nadere toelichting.
Stellen wij ons nueven als in het eerste gedeelte van dit opstel,
de vraag:
Is eeneop de door ons voorgestelde wijze georganiseerde infanterie,
zoodanigdat daarmede het einddoel van het leger kan worden bereikt
De omstandigheden onderstellen wij gelijk.
Het is duidelijk dat de 5 lichtingen miliciens hier in rekening gebracht moeten
worden, want hoewel zij den krijgsdienst niet vrijwillig verrichten, worden zij toch
uit de bevolking getrokken.
(f) Men vergelijke staat A. en zij indachtig, dat wij de Afrikanen als Europeanen
in rekening hebben gebracht.