577 Een enkel woord over de voorziening in dit kader. De 13 adj.-onder-offic. aan te vullen uit de sergeanten-majoor waardoor het aantal 159 tot 146 zou verminderen. Aan de voorgestelde 173 sergeanten-majoor voor de adminis tratie ontbreken alsnu 27waarin zou moeten worden voorzien uit daartoe geschikte sergeanten en fourrierswaardoor dit aantal van 904 zou verminderen tot 877. Hieruit zouden nu vooreerst 92 sergeanten-majoor voor de politie moeten worden getrokken; dit zou echter minder bezwaar opleverenaangezien men voor dezen geene administratieve kennis als vereischte zou behoeven te stellen. Wij houden dan nog over 785 sergeanten en fourriers. Ten einde dus in de benoodigde 819 serg. en four, te voorzien, moeten er 34 korporaals bevorderd wordenwaardoor hun aantal tot 875 zou verminderen, dus ten slotte een te kort van 27 korporaals. Bij eene geleidelijke invoering dezer organisatie, b. v. door te be ginnen met het oprichten der depots, zou de voorziening in het kader dus geene bezwaren opleveren. Door met de oprichting der depots te beginnen, zouden onmiddellijk 2 groote voordeelen verkregen zijn, namelijk le de kaderscholen2e het afscheiden der rekruten van de veld-bataillons. Vooral door het laatste zouden wij zelfs bij de te genwoordige organisatie tot een veel zuiverder toestand komen. het inlandsch leader. Staat A. 441 onder-offic. 481 korporaals. Staat B. 338 494 dus meer13 korporaals, minder 103 onder-offic. Wij zouden dus 103 onder-officieren over hebben, die geleide lijk moeten insmelten. Het in den vervolge minder benoodigde aantal zou een voordeel zijn, dewijl het tegenwoordig zeer moeielijk isin goed inlandsch kader te voorzien. het totaal Amboinezen. Het totaal Amboinezen is door ons gebracht op 590, die in één bataillon vereenigd zijn. Wij hebben dit cijfer zooveel minder ge steld als vroeger, omdat in den regel, het organieke sterktecijfer nimmer werd bereikt. Men is er zelfs vroeger reeds toe overgegaan, eene der Amboinesche kompagniën door eene Afrikaansche te vervangen. De slotsom is dusdat wij, lij eene uitbreiding der infanterie van ruim 500 man, en na aftrelc eener voldoende bezetting der bui- 25

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 586