dat is door den kommandant der expeditie of zelf gedaanof aan den kapitein Bijl De Vroe in de pen gegeven. Wel heb ik het proces-verbaal eeue 15 jaren geleden geteekend en kon het dus weten, maar het zal mij daarbij wel gegaan zijn als al de andere onderteekenaarsnamelijk van meer op den inhoud dan op den naam te hebben gelet, hetgeen, bij de opgewondenheid der gemoedereu op dien morgen, wel verklaarbaar is. Overigens verdiende die vereeniging eer den naamdien men haar in het journaal gegeven heeft, van //eenen raad, om nopens enkele punten gehoord te worden", dan die van krijgsraadzooals op het proces-verbaal voorkomt. Hoewel mij geene bepalingen voor de samenstelling van zulke krijgs raden bij troepen te velde bekend zijn worden daarin toch in den regel geene adjudanten van inferieuren rang geroepentenzij om inlich tingen te geven maar alleen de hoogere officieren der staven, diensten en troepen. De schrijver heeft reeds opgemerkt (bladzijde 256, deel I) dat de kommandant der zeemacht er geene zitting in genomen had. Afschrift van proces-verbaal en journaal zijn den legerkomman- dant aangebodenwaar dat verschil ook niet opgemerkt schijnt. Of was het daarin hersteldwat ik niet weten kail (bladzijde 179, laatste volzin): //Het door mij geboekstaafde", enz. Men vergelijke het door den schrijver verhaalde van deze gebeur tenis, op bladzijde 268 van deel I, met het door den luitenant-kolonel Kellertnaun opgemaakt rapport, dat den schrijver toen niet bekend schijnt te zijn geweest, maar nu in afschrift wordt gegeven. Kellermann was geen man die er doekjes om wondhij was gewoon, de zaken bij hunnen naam te noemen, en zijne rapporten verdienen alle vertrouwen. Van een terugdrijven onzer tirailleurs vind ik er geen woord in ver meld maar wel van het vluchten der koelies waartegen ik niets heb in te brengen want de lezer weet ook door mij, welk volkje het was. Dat de kapitein Van der Ree met de troepen onder zijne bevelen door Keller mann daartoe gelast, om eene betere verbinding met de overige troepen daar te stellen de brandende kampong verliet, en zich aanslootkan toch moeielijk terugdrijven genoemd worden. Evenmin kan dat worden beweerd van het samentrekken der tirailleurs, op last, met het doel door de houwitsersectie eenige karletsschoten te laten doen. 603

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 612