610
gronden wordt weersproken, want waar zoude anders de grens zijn
tusschen verdichting en waarheidtusschen roman en geschiedenis
(bladzijde 185, laatste nieuwe volzin):
'Tot bladzijde 468, Militair Tijdschrift" enz.
Wie in het door den schrijver ter zake medegedeelde op bladzijde
310 van deel I lezen kan, dat er na het overlijden van den Gouver-
nements-commissaris De Perez, op den 17del> Maart, ter zijner ver
vanging eene commissie optrad, bestaande uit den gouverneur Schaap
en den kommandant der expeditie, en niet den gouverneur Schaap
alleen, leest er iets anders uit, dan ik heb kunnen doen.
Eer zoude ik moeten aannemendat de schrijver bij het samen
stellen van zijn le deel het of niet gewetenof over het hoofd gezien,
en later dat onwillekeurig verzuim niet hersteld heeft,
(bladzijde 186, eerste nieuwe volzin):
//ln het journaal", enz.
Die de aangehaalde bladzijde 330, deel I, gelezen heeftkan zich
van de inkleeding, daar voorkomende, niets anders voorstellen, dan dat
er na mijn vertrek nog troepen te embarqueeren aan den wal over
blevenen dat de voleindiging hunner inscheping o. a. aan den lui
tenant-kolonel Brunsveld van Huiten opgedragen werd.
Dat hij als oudste officier het bevel moest voeren over de nog
op de reede liggende troepen; dat hij, om de aangekomen zware
stukken in batterij te helpen brengen enz. daarover konde beschikken,
dat alles is waar, maar dan moest hij ze toch van de schepen nemen
en doen debarqueerenen het is dan niet minder waardat ertoen
ik, met mijnen adjudant Van Lith, Badjoa verliet, daar geen enkel
militair meer overbleef, die niet tot de bezetting van die sterkte be
hoorde. Was het mededeelen daarvan des schrijvers bedoeling, dan
heeft hij zich niet duidelijk uitgedrukt, althans ieder, dien ik daarop
gewezen heb, heeft er uit gelezen wat ik er uit las.
(bladzijde 186, laatste nieuwe volzin)
//Wat Generaal Waleson", enz.
Dat de gemeenschap tusschen Badjoa en Boni te onderhouden
was op de wijze, zooals dat hier door den schrijver wordt aangegeven
geef ik gaarne toe; maar dat ze dusdoende ver van verzekerd was,
is niet minder waar. Hoe moeielijk dat is, in "s vijands land,